JVC KS FX832R User Manual

CASSETTE RECEIVER  
CASSETTEN-RECEIVER  
RADIOCASSETTE  
RADIO/CASSETTESPELER  
KS-FX832R  
DISP  
DAB  
TP  
RDS  
PTY  
7
8
9
10  
11  
12  
MO  
For installation and connections, refer to the separate manual.  
Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch.  
Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé.  
Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de desbetreffende  
handleiding.  
INSTRUCTIONS  
BEDIENUNGSANLEITUNG  
MANUEL D’INSTRUCTIONS  
GEBRUIKSAANWIJZING  
GET0083-001A  
[E/EX]  
PLAATSING VAN DE TOETSEN  
Bedieningspaneel  
Het display-venster  
o
;
a
s
d
f
g
h j  
7
k
l
/
1
234  
5
6
89 p q  
DISP  
DAB  
TP  
RDS  
PTY  
7
8
9
10  
11  
12  
MO  
w e  
r
t y u i  
1 De toets  
(standby/aan/attenuator)  
y De toets RND (random)  
2 De bedieningsschijf  
MO (mono)  
3 Afstandssensor  
• Deze toets functioneert tevens als de 5-toets  
(DAB-service selecteren).  
u De toets SCM (sound control memory)  
i De toets CD-CH (CD-wisselaar)  
4 De toets DISP (display)  
5 De toets TP (traffic programme)  
RDS (radio data system)  
6 De toets PTY (programme type)  
7 Het display-venster  
8 De toets FM AM  
Het display-venster  
o De RDS-indicators:  
EON, AF, REG, TP, PTY  
; Hoofdvenster  
a De indicator TAPE  
s De indicators voor de geluidsmodus:  
BEAT, SOFT, POP  
d De indicator SCM  
f De indicator voor het niveau van het volume  
(of audio)  
g De indicator LOUD  
• Deze toets functioneert tevens als de DAB-toets.  
9 De toets TAPE 23  
p De toets 0 (uitwerpen)  
q De toetsen ¢  
/ 4  
• Deze toetsen doen dienst als SSM-toets wanneer  
beide toetsen tegelijk worden ingedrukt.  
w De toets  
(het bedieningspaneel vrijgeven)  
e De toets SEL (selecteren)  
r De cijfertoetsen  
t De toets RPT (repeat)  
h De indicator RPT (repeat)  
j De indicator RND (random)  
De toets  
(Dolby B)  
• Deze toets functioneert tevens als de -toets  
(DAB-service selecteren).  
k De indicator  
(Dolby B)  
l Indicators voor de ontvangst van de tuner:  
MO (mono), ST (stereo)  
/ De indicator voor de afspeelbron en klok  
3
BASISBEDIENING  
DISP  
DAB  
TP  
RDS  
PTY  
7
8
9
10  
11  
12  
MO  
1
3
2
De stroomtoevoer inschakelen  
3 Regel het volume.  
Het volume verhogen.  
1 Schakel de spanning in.  
Het volume verlagen.  
Opmerking over de “One Toch”-bediening:  
Bij het selecteren van tuner in stap 2 hieronder  
wordt het apparaat automatisch ingeschakeld.  
U hoeft niet op deze toets te drukken om het  
apparaat in te schakelen.  
Het door u ingestelde volumeniveau verschijnt.  
2 Start de weergave van de  
geluidsbron.  
De indicator (zie bladzijde 22) voor het  
niveau van het volume (of audio)  
4 Stel het geluid in zoals u zelf wilt.  
(Zie bladzijde 17 – 19).  
Volume in een oogwenk zachter zetten  
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige  
Voor gebruik van de tuner (FM of AM),  
zie bladzijde 5 – 13.  
Voor gebruik van de cassettespeler,  
zie bladzijde 14 – 16.  
Voor gebruik van de CD-wisselaar,  
zie bladzijde 24 – 25.  
Voor gebruik van het externe apparaat,  
zie bladzijde 26.  
geluidsbron kort op  
. Op het  
afleesvenster begint de tekst “ATT” te knipperen  
en het volume zal in een oogwenk dalen.  
Om het eerdere volume te herstellen, drukt u  
nogmaals kort op dezelfde toets.  
• U kunt het volume ook op het oude niveau  
terugbrengen door de bedieningsschijf linksom  
te draaien (tegen de wijzers van de klok in).  
Voor gebruik van de DAB-tuner,  
zie bladzijde 27 – 30.  
Spanning uitschakelen  
Druk op  
en houd deze tot de vermelding  
“SEE YOU” op de display verschijnt.  
Opmerking:  
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt,  
moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen  
(zie bladzijde 20).  
4
BASISBEDIENING VAN DE RADIO  
DISP  
DAB  
TP  
RDS  
PTY  
7
8
9
10  
11  
12  
MO  
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het  
zoeken wilt stoppen voordat op een zender is  
afgestemd.  
Naar de radio luisteren  
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt u  
kiezen tussen automatisch zoeken en handmatig  
zoeken.  
Handmatig naar een station zoeken:  
Manual search  
Automatisch naar een station zoeken:  
Auto search  
1 Selecteer de omroepband  
(FM1 – 3, AM).  
1 Selecteer de omroepband  
(FM1 – 3, AM).  
F1  
F2  
F3  
AM  
(FM1)  
(FM2)  
(FM3)  
F1  
F2  
F3  
AM  
(FM1)  
(FM2)  
(FM3)  
Opmerking:  
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,  
FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden  
kiezen om naar FM-stations te luisteren.  
2 Druk op ¢  
of op 4  
en  
houd deze ingedrukt tot de  
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.  
vermelding “MANU (voor “manual”:  
handmatig zoeken)” op de display  
begint te knipperen.  
Opmerking:  
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,  
FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden  
kiezen om naar FM-stations te luisteren.  
2 Zoek een station.  
Druk op ¢  
afstemmen  
op een station met een  
hogere frequentie.  
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.  
Druk op 4  
afstemmen  
op een station met een  
lagere frequentie.  
Wanneer een station wordt ontvangen,  
stopt het zoeken.  
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE  
5
Radiozenders in het geheugen  
vastleggen  
3 Stem af op het station van uw keuze.  
U kunt dit doen zolang de  
vermelding “MANU” op de display  
knippert.  
U kunt één van de volgende twee methoden  
gebruiken om de radiozenders in het geheugen  
vastteleggen.  
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders:  
SSM (Strong-station Sequential Memory)  
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders  
Druk op ¢  
als u wilt  
afstemmen op een station  
dat op een hogere  
frequentie uitzendt.  
Druk op 4  
als u wilt  
afstemmen op een station  
dat op een lagere  
Automatisch vasteleggen van  
FM-zenders: SSM  
frequentie uitzendt.  
U kunt 6 lokale FM-stations instellen voor elke  
FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).  
• Als u de toets loslaat, wordt de handmatige  
modus na 5 seconden automatisch  
uitgeschakeld.  
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de  
frequentie veranderen (bij FM steeds met  
50 kHz en bij AM steeds met 9 kHz  
– MG/LG) totdat u de toets loslaat.  
1 Selecteer het nummer van de  
FM-golfband (FM1 – 3) waarop u  
FM-zenders wilt vasteleggen.  
Elke keer wanneer u op  
deze toets drukt, wordt er  
een andere FM-band  
geselecteerd, en wel in deze  
volgorde:  
Als een FM-stereo-uitzending slecht te  
ontvangen is:  
Als u op MO RND (mono/random) drukt terwijl u  
naar een FM-stereo-uitzending luistert.  
• Elke keer wanneer u op de toets drukt, gaat de  
indicator MO aan of uit.  
F1  
F2  
F3  
AM  
(FM1)  
(FM2)  
(FM3)  
Er brandt een lampje wanneer een  
FM-uitzending in stereo wordt ontvangen.  
2 Druk op beide toetsen en houd ze  
langer dan 2 seconden ingedrukt.  
MO  
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en  
verdwijnt wanneer het automatisch instellen van  
radiozenders is beëindigd.  
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen  
worden opgezocht en automatisch voor de  
gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de  
cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste  
frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie).  
De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is  
vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen  
van de zenders opgeroepen.  
Als de indicator MO op de display aan is, wordt  
het geluid in mono weergegeven en verbetert  
de ontvangstkwaliteit (de indicator ST gaat uit).  
6
Handmatig vastleggen van zenders  
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere  
golfband (FM1, FM2, FM3 en AM vastleggen).  
4 Herhaal bovenstaande procedure  
om andere zenders onder andere  
nummers op te slaan.  
Bijv.: Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen  
onder nummer 1 van FM1  
Opmerkingen:  
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist wanneer  
een hieuwe zender wordt opgeslagen onder hetzelfde  
nummer.  
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de  
spannings toevoer naar het geheugen wordt  
onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de  
accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw  
worden ingesteld.  
1 Selecteer de omroepband  
(FM1 – 3, AM) waarop u zenders wilt  
vasteleggen (in dit voorbeeld  
cijfertoets FM1).  
Elke keer wanneer u op  
deze toets drukt, wordt er  
een andere FM-band  
geselecteerd, en wel in deze  
volgorde:  
Afstemmen op een  
voorkeuzezender  
F1  
F2  
F3  
AM  
(FM1)  
(FM2)  
(FM3)  
U kunt in een handomdraai afstemmen op een  
vastgelegde voorkeuzezender.  
Denk eraan dat u de zenders eerst moet  
vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders  
in het geheugen vastleggen” op bladzijde 6, als u  
dat nog niet hebt gedaan.  
2 Stem af op een zender op 88,3 MHz.  
Druk op ¢  
als u wilt  
afstemmen op een station  
dat op een hogere  
frequentie uitzendt.  
Druk op 4  
als u wilt  
afstemmen op een station  
dat op een lagere  
1 Selecteer de omroepband  
(FM1 – 3, AM).  
frequentie uitzendt.  
F1  
F2  
F3  
AM  
(FM1)  
(FM2)  
(FM3)  
3 Druk op de cijfertoets (in dit  
voorbeeld cijfertoets 1) en houd  
deze langer dan 2 seconden  
2 Selecteer het nummer (1 t/m 6) van  
de gewenste zender.  
ingedrukt.  
7
8
9
10  
11  
12  
7
De geselecteerde band of het  
geselecteerde voorkeuzenummer en de  
vermelding “MEMO (geheugen)” verschijnt  
korte tijd beurtelings op de display.  
7
HET GEBRUIK VAN RDS  
Om de netwerkfunctie in te schakelen, drukt u  
Wat u kunt doen met RDS  
minimaal 1 seconde op TP RDS (Traffic  
Programme/Radio Data System). Elke keer  
wanneer u op deze toets drukt en houd,  
verandert de modus van deze functie en wel als  
volgt:  
RDS (Radio Data System) is een voorziening  
waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun  
regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan een  
FM-zender bijvoorbeeld de naam van het station  
met het programma en informatie over de aard of  
het genre van het programma meezenden,  
bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over  
sport gaat of een muziekprogramma is.  
TP  
RDS  
Modus 1  
Modus 2 Modus 3  
Een andere functie van de voorziening RDS is  
Enhanced Other Networks. De indicator EON  
licht op zodra er een FM-zender wordt ontvangen  
die Enhanced Other Networks-gegevens  
Indicator AF  
uitzendt. Met behulp van de Enhanced Other  
Networks-gegevens die door het station worden  
verstuurd, kunt u op een andere zender van een  
ander netwerk afstemmen dat uw favoriete  
programma of verkeersinformatie uitzendt, terwijl  
u ondertussen naar een ander programma of een  
andere afspeelbron, zoals het cassette, luistert.  
Indicator REG  
Modus 1  
De indicator AF licht op, maar de indicator REG  
licht niet op.  
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze  
eenheid:  
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen  
De netwerkfunctie is ingeschakeld en  
Regionalisatie is uitgeschakeld (“off”).  
In deze modus schakelt de ontvanger over naar  
een andere zender van hetzelfde station als het  
signaal van de geselecteerde zender te zwak  
wordt.  
(De Netwerkfunctie)  
• Standby staan voor de ontvangst van  
verkeersinformatie (TA – “Traffic  
Announcement”) of uw favoriete programma  
• Zoeken naar een bepaald programmagenre  
(PTY – “Programme Type”)  
In deze modus kan het voorkomen dat het nieuw te  
ontvangen programma anders is dan het programma  
dat u daarvoor ontving.  
• Programma zoeken  
• En er zijn nog enkele andere functies waarover  
u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt  
beschikken.  
Modus 2  
Eén en hetzelfde programma blijven  
volgen (De netwerkfunctie)  
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van  
FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die  
in deze eenheid is ingebouwd automatisch  
overschakelen naar een andere RDS-zender van  
hetzelfde station dat hetzelfde programma  
uitzendt, maar dan met een sterker  
Zowel de indicator AF als de indicator REG  
lichten op.  
De netwerkfunctie is ingeschakeld en ook  
Regionalisatie is ingeschakeld (“on”).  
In deze modus schakelt de ontvanger over naar  
een andere zender van hetzelfde station dat  
hetzelfde programma uitzendt als het signaal van  
de geselecteerde zender te zwak wordt.  
uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw  
favoriete programma blijven luisteren en bent u  
verzekerd van de best mogelijke ontvangst,  
ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt  
(zie de afbeelding op de volgende bladzijde).  
Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor  
zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw  
rit kunt blijven volgen: de PI (Programme  
Identification) gegevens, en de AF  
Modus 3  
De indicator AF en de indicator REG lichten  
allebei niet op.  
De netwerkfunctie is uitgeschakeld.  
Opmerking:  
Als er een DAB-tuner is aangesloten en alternatieve  
ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is  
automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld. De  
netwerkfunctie kan echter niet worden uitgeschakeld  
zonder de alternatieve ontvangst uit te schakelen. (Zie  
bladzijde 30).  
(Alternative Frequency) gegevens.  
Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen  
van een RDS-station goed zijn, kunt u uw  
favoriete programma blijven volgen. Als een of  
beide signalen niet goed worden ontvangen,  
werkt deze voorziening niet.  
8
Als er verkeersinformatie wordt uitgezonden  
terwijl de TA-standby-modus is ingeschakeld,  
verschijnt de vermelding “TRAFFIC” op de  
display en schakelt de afspeelbron over naar de  
FM-band. Het volume neemt toe tot het vooraf  
ingestelde TA-volumeniveau (zie bladzijde 12) en  
u hoort de uitgezonden verkeersinformatie.  
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde  
programma via verschillende frequenties  
kan worden ontvangen.  
Programma 1  
op frequentie A  
Programma 1  
op frequentie E  
Druk nogmaals op TP RDS om de  
TA-standbyfunctie uit te schakelen.  
Standby-ontvangst van een  
programmagenre (PTY-standbyfunctie)  
Programma 1  
op frequentie B  
Als u op PTY drukt terwijl u naar een  
PTY  
FM-station luistert, licht de indicator  
PTY op wanneer u een zender  
ontvangt die het PTY-signaal  
uitzendt en wanneer de ontvanger  
in PTY-standby-modus staat. De  
geselecteerde PTY-naam, die op  
bladzijde 10 wordt opgeslagen,  
knippert gedurende 5 seconden.  
Programma 1  
op frequentie C  
Programma 1  
op frequentie D  
Het gebruik van standby-ontvangst  
Met standby-ontvangst kunt u tijdelijk  
overschakelen naar uw favoriete  
programmagenre (PTY) of verkeersinformatie  
(TA) uitzendt, terwijl u naar de door u  
geselecteerde afspeelbron luistert (zoals een  
FM-station, cassette of een andere aangesloten  
afspeelbron).  
• Als het station dat u ontvangt geen PTY-signaal  
uitzendt, gaat de indicator PTY op de display  
knipperen. Druk op ¢  
of op 4  
om de  
ontvanger in de PTY-standby-modus te zetten. De  
vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de display  
en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat  
wel een PTY-signaal uitzendt. Zodra er zo’n station  
wordt gevonden, gaat de indicator PTY op de  
display continu branden.  
Standby-ontvangst is niet mogelijk wanneer u naar  
een AM-zender luistert.  
Standby-ontvangst van verkeersinformatie  
(TA-standbyfunctie)  
7 Als u naar een cassette een andere  
aangestoten aan het luisteren bent, en naar  
een station wilt luisteren dat een PTY-signaal  
uitzendt, moet u op PTY drukken om de  
ontvanger in de PTY-standby-modus te zetten.  
(De indicator PTY op de display licht op).  
TP  
RDS  
Als u op TP RDS drukt terwijl u naar  
een FM-station luistert, licht de  
indicator TP op wanneer u een zender  
ontvangt die het TP-signaal uitzendt  
(Verkeersinformatie) en wanneer de  
ontvanger in TA-standby-modus staat.  
Als het geselecteerde PTY-programma wordt  
uitgezonden terwijl de PTY-standby-modus is  
ingeschakeld, verschijnt de geselecteerde  
PTY-naam op de display en schakelt de  
afspeelbron over naar de FM-band. Het  
geselecteerde PTY-programma wordt nu ten  
gehore gebracht.  
Als het station dat u ontvangt geen TP-signaal  
uitzendt, gaat de indicator TP op de display  
knipperen. Druk op ¢  
of op 4  
om de  
ontvanger in de TA-standby-modus te zetten. De  
vermelding “SEARCH” verschijnt nu op de display  
en de ontvanger gaat op zoek naar een station dat  
wel een TP-signaal uitzendt. Zodra er zo’n station  
wordt gevonden, gaat de indicator TP op de display  
continu branden.  
Druk nogmaals op PTY om de  
PTY-standbyfunctie uit te schakelen.  
7 Als u naar een cassette een andere  
aangestoten aan het luisteren bent, en naar  
een station wilt luisteren dat een TP-signaal  
uitzendt, moet u op TP RDS drukken om de  
ontvanger in de TA-standby-modus te zetten.  
(De indicator TP op de display licht op).  
9
Een PTY-code invoeren voor de  
standby-ontvangst van een  
programmagenre  
Het is mogelijk om het programmagenre waar  
u het liefst naar luistert in de vorm van een  
PTY-code in het geheugen van de eenheid in te  
voeren zodat u hier naar kunt luisteren zodra er  
zich zo’n programma aandient.  
Uw favoriete programmagenre  
opzoeken  
Het is mogelijk om naar één van maximaal zes in  
het geheugen opgeslagen programmagenres te  
zoeken.  
Standaard liggen de volgende zes  
programmagenres achter de cijfertoetsen  
(1 t/m 6) opgeslagen.  
Zie de informatie hieronder voor een uitleg over  
het opslaan van uw favoriete  
Standaard staat de eenheid voor de  
standby-ontvangst van een programmagenre op  
de PTY-code “NEWS” ingesteld.  
programmagenres.  
Zie bladzijde 11 voor een uitleg over het  
zoeken van uw favoriete programma.  
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd  
deze ten minste 2 seconden ingedrukt,  
zodat een van de PSM-vermeldingen  
op de display wordt weergegeven.  
(PSM: zie bladzijde 21).  
3
1
2
POP M  
ROCK M  
EASY M  
6
4
5
CLASSICS  
AFFAIRS  
VARIED  
Uw favoriete programmagenres in het  
geheugen opslaan  
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd  
deze ten minste 2 seconden ingedrukt,  
zodat een van de PSM-vermeldingen  
op de display wordt weergegeven.  
(PSM: zie bladzijde 21).  
2 Selecteer de vermelding “PTY STBY  
(standby)” als deze niet al meteen op  
de display wordt weergegeven.  
2 Selecteer de vermelding “PTY SRCH  
(zoeken)” als deze niet al meteen op  
de display wordt weergegeven.  
3 Selecteer een van de 29 PTY-codes die  
beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 13).  
De naam van de  
PTY-code die u selecteert,  
wordt op de display  
weergegeven en in het  
geheugen opgeslagen.  
3 Selecteer een van de 29 PTY-codes die  
4 Druk op SEL (selecteren) om het  
beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 13).  
De naam van de  
instellen te voltooien.  
PTY-code die u selecteert,  
wordt op de display  
weergegeven.  
• Als u de code selecteert  
die al in het geheugen  
ligt opgeslagen, wordt  
die knipperend op de  
display weergegeven.  
10  
• Als er een station is dat een programma  
uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt  
dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt  
geselecteerd, stemt de eenheid automatisch op  
dat station af.  
• Als er geen station is dat een programma  
uitzendt en daarbij een PTY-signaal meezendt  
dat overeenkomt met de PTY-code die u hebt  
geselecteerd, blijft de eenheid afgestemd op  
het station dat al was geselecteerd.  
4 Druk de gewenste cijfertoets in en  
houd deze minimaal 2 seconden vast  
om de geselecteerde PTY-code op te  
slaan onder de cijfertoets van uw  
keuze.  
7
8
9
10  
11  
12  
Opmerking:  
In sommige gebieden werkt het zoeken met PTY-codes  
niet goed.  
De geselecteerde codenaam en de vermelding  
“MEMO (geheugen)” verschijnt beurtelings op  
de display weergegeven.  
Andere nuttige RDS-functies en  
het maken van aanpassingen  
5 Druk op SEL (selecteren) om het  
instellen te voltooien.  
Automatische selectie van een station  
bij gebruik van de cijfertoetsen  
Normaliter zal de eenheid wanneer u op een van  
de cijfertoetsen drukt automatisch afstemmen op  
de vooraf ingestelde voorkeurzender.  
Als deze zender een RDS-station is, gebeurt er  
echter iets anders. Als het ontvangen signaal niet  
sterk genoeg is, gaat de eenheid op basis van de  
AF-gegevens namelijk automatisch op zoek naar  
een andere, sterkere zender die hetzelfde  
programma uitzendt als de voorkeurzender die  
u hebt gekozen (dit wordt Programma zoeken  
genoemd).  
Een programmagenre opzoeken  
1 Druk op PTY (programme type) en  
houd deze ten minste 1 seconde  
ingedrukt terwijl u naar een  
FM-station luistert.  
PTY  
• Omdat het uitvoeren van de zoekopdracht  
enige tijd in beslag neemt, duurt het even tot er  
op een ander station wordt afgestemd.  
Hoe u deze voorziening activeert, wordt  
hieronder uitgelegd.  
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen  
wijzigen (PSM)”, op bladzijde 20.  
De PTY-code die als laatste werd  
geselecteerd, verschijnt op de display.  
2 Selecteer een van de PTY-codes die  
onder de zes cijfertoetsen (1 t/m 6)  
liggen opgeslagen.  
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten  
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de  
PSM-vermeldingen op de display wordt  
weergegeven.  
7
8
9
10  
11  
12  
2 Druk op ¢  
of op 4  
om de  
vermelding “P(Programma)-SEARCH” te  
selecteren.  
3 Draai de bedieningsschijf met de wijzers van  
de klok mee en selecteer “ON”.  
De voorziening Programma zoeken is nu  
ingeschakeld.  
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te  
voltooien.  
Bijv.: Indien “ROCK M” wordt opgeslagen  
onder voorkeurtoets 2  
Als u het zoeken naar een programma wilt  
beëindigen, herhaalt u de bovenstaande  
procedure, maar selecteert u in stap 3 de  
vermelding “OFF” door de draaiknop tegen de  
wijzers van de klok in te draaien.  
De PTY-zoekopdracht naar uw favoriete  
programma begint na 5 seconden.  
11  
De weergave op de display wijzigen  
terwijl u naar een FM-station luistert  
Het volumeniveau voor  
verkeersinformatie instellen  
Wat er als eerste op de display wordt  
Het is mogelijk om voor de standby-ontvangst  
van verkeersinformatie op te geven met welk  
geluidsvolume u deze informatie wilt horen. In dat  
geval zal het geluid zodra er verkeersinformatie  
wordt ontvangen, worden aangepast aan het  
volume dat u hebt ingesteld.  
weergegeven wanneer u naar een FM-station  
luistert dat gebruik maakt van het RDS-systeem,  
kunt u zelf bepalen. U kunt de oorspronkelijke  
weergave desgewenst wijzigen in de  
stationsnaam (PS NAME) of de frequentie van  
het ontvangen station (FREQ).  
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen  
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen  
wijzigen (PSM)” op bladzijde 20.  
wijzigen (PSM)” op bladzijde 20.  
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten  
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de  
PSM-vermeldingen op de display wordt  
weergegeven.  
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten  
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van  
de PSM-vermeldingen op de display wordt  
weergegeven.  
2 Druk op ¢  
of op 4  
om de vermelding  
“TA VOL” te selecteren.  
2 Druk op ¢  
of op 4  
om de  
3 Draai aan de bedieningsschijf om het gewenste  
volume te kiezen.  
U kunt het volume instellen op een waarde van  
“VOL 00” tot “VOL 50”.  
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te  
vermelding “TU DISP (weergavemodus van de  
tuner)” te selecteren.  
3 Draai aan de bedieningsschijf om de gewenste  
instelling te kiezen (“PS NAME” of “FREQ”).  
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te  
voltooien.  
voltooien.  
Opmerking:  
Automatisch aanpassen van de klok  
Door op DISP te drukken kunt u de weergave op de  
display ook wijzigen wanneer u naar een FM-station  
luistert dat RDS-signalen uitzendt.  
De tijd die de klok weergeeft die in deze eenheid  
is ingebouwd wordt automatisch aangepast aan  
de tijdgegevens (CT – Clock Time) die met het  
RDS-signaal van een zender worden  
meegezonden.  
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt de  
volgende informatie op de display:  
Als u wilt dat de klok niet automatisch wordt  
aangepast, moet u de onderstaande procedure  
volgen.  
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen  
wijzigen (PSM)” op bladzijde 20.  
Frequentie station  
(FREQ)  
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten  
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de  
PSM-vermeldingen op de display wordt  
weergegeven.  
Programmagenre  
(PTY)  
Stationsnaam  
(PS NAME)  
2 Druk op ¢  
of op 4  
om de vermelding  
“AUTO ADJ (aanpassen)” te selecteren.  
3 Draai de bedieningsschijf tegen de wijzers van  
de klok in om “OFF” te kiezen.  
U hebt het automatisch aanpassen van de klok  
nu uitgeschakeld.  
Na enkele seconden keert de display terug naar de  
oorspronkelijke weergave.  
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te  
voltooien.  
Als u het aanpassen van de klok opnieuw wilt  
activeren, moet u de procedure herhalen en in  
stap 3 “ON” selecteren door de bedieningsschijf  
met de wijzers van de klok mee te draaien.  
Opmerking:  
Nadat u voor “AUTO ADJ” de instelling “ON” hebt  
gekozen, dient u de eenheid tenminste 2 minuten op  
hetzelfde station afgestemd te houden, anders wordt de  
klok niet aangepast. (Dit is nodig omdat de eenheid  
maximaal 2 minuten nodig heeft om de tijdgegevens in  
het RDS-signaal te ontvangen en verwerken).  
12  
PTY-codes  
NEWS:  
AFFAIRS:  
Nieuws  
SOCIAL:  
Programma’s over sociale  
activiteiten  
Actualiteiten en achtergrond  
informatie aangaande het  
nieuws  
RELIGION: Programma’s over aspecten  
van geloof en religie,  
INFO:  
Informatieve programma’s over  
diverse verscillende  
onderwerpen  
aangaande het bestaan en  
ethiek  
PHONE IN: Programma’s waarin mensen  
via de telefoon of een publiek  
forum hun meningen kunnen  
uiten  
SPORT:  
Sportverslagen  
EDUCATE: Educatieve programma’s  
DRAMA: Radio-hoorspelen  
CULTURE: Programma’s aangaande  
nationale of regionale cultuur  
TRAVEL:  
Programma’s over reizen en  
bestemmingen, georganiseerde  
reizen en ideeën en  
mogelijkheden voor vacanties  
Programma’s over recreatieve  
bezigheden, bijvoorbeeld  
tuinieren, koken, vissen, etc.  
Jazz-muziek  
SCIENCE:  
Wetenschappelijke en  
technische programma’s  
Overige programma’s,  
bijvoorbeeld ceremonies en  
comedies  
VARIED:  
LEISURE:  
JAZZ:  
POP M:  
Popmuziek  
ROCK M:  
EASY M:  
LIGHT M:  
Rockmuziek  
Easy-listening muziek  
Lichte muziek  
COUNTRY: Country-muziek  
NATION M: Huidige populaire muziek van  
een bepaald land of gebied in  
CLASSICS: Klassieke muziek  
OTHER M: Overige muziek  
WEATHER: Weerberichten  
FINANCE: Programma’s aangaande handel  
de taal van het land of gebied  
Gouwe-Ouwe  
Folk-muziek  
OLDIES:  
FOLK M:  
DOCUMENT: Programma’s over feitelijke  
gebeurtenissen, vaak  
en de beurs en beursberichten,  
etc.  
gepresenteerd in een  
CHILDREN: Amusement voor kinderen  
onderzoekende stijl  
13  
GEBRUIK VAN DE CASSETTESPELER  
DISP  
DAB  
TP  
RDS  
PTY  
7
8
9
10  
11  
12  
MO  
Stoppen met afspelen en de cassette terug  
laten springen  
Beluisteren van een cassette  
U kunt type 1 (normaal) cassettes afspelen.  
1 Open het bedieningspaneel.  
Druk op 0.  
Het afspelen van de cassette wordt beëindigd en  
de cassette wordt uit het compartiment  
uitgeworpen. De vorige afspeelbron wordt  
geselecteerd.  
De cassetteweergave wordt tevens gestopt  
wanneer u naar schakelt. (De cassette wordt  
echter in dat geval niet uitgeworpen).  
• Als de eenheid is uitgeschakeld, kunt u de  
cassette uit de eenheid uitnemen door op 0 te  
drukken.  
2 Plaats een cassette in  
cassette-compartiment.  
Het apparaat gaat aan  
en het afspelen van de  
band begint  
Versneld doorspoelen en terugspoelen van  
een band  
automatisch.  
Druk langer dan 1 seconde op  
¢
om de band versneld  
door te spoelen.  
Aan het einde wordt de band  
omgedraaid en wordt de andere  
kant vanaf het begin afgespeeld.  
3 Sluit het besturingspaneel met de  
hand.  
De indicator TAPE verschijnt.  
Druk langer dan 1 seconde op  
4
om de band terug te  
spoelen tot aan het begin.  
Dezelfde kant wordt nogmaals  
afgespeeld.  
Wanneer u op TAPE 23 drukt, kunt u het  
versneld doorspoelen en terugspoelen op een  
willekeurige plaats laten stoppen.  
Het afspelen begint daarna vanaf die plaats op  
de band.  
4 Selecteer de richting van de band.  
Elke keer dat u op TAPE 23  
drukt, verandert de richting  
van de band vooruit  
(
(
) en achteruit  
).  
Opmerkingen:  
Wanneer de ene kant van de band is afgespeeld,  
wordt automatisch begonnen met het afspelen van  
de andere kant. (Auto Reverse)  
Opmerking over de “One Toch”-bediening:  
Als er zich al een cassette in het cassette-  
compartiment bevindt, dient u de  
cassetterecorder als afspeelbron te selecteren  
door op TAPE 23 te drukken. De cassette  
begint dan te spelen.  
De bandtransportrichting wordt automatisch  
veranderd wanneer bij het snel doorspoelen het eind  
van de cassettekant wordt bereikt.  
14  
Het begin van een muziekstuk  
vinden  
Met Multi Music Scan kunt u het afspelen  
automatisch laten beginnen bij het begin van een  
bepaald muziekstuk. U kunt muziekstukken  
opgeven die zich maximaal 9 muziekstukken na  
of voor het huidige muziekstuk bevinden.  
Cassettes afspelen die met Dolby B NR  
zijn opgenomen  
Druk op  
RPT (Dolby B/repeat)  
en houd deze toets ingedrukt om het Dolby B  
NR*-systeem in te stellen.  
De indicator  
gaat aan en de vermelding  
“DOLBY B” wordt enkele seconden op de  
display weergegeven.  
Gedurende het afspelen  
Wilt u Dolby B NR uitschakelen, druk dan op  
Geef de plaats van het gewenste  
muziekstuk aan (d.w.z. hoeveel  
muziekstukken na of voor het huidige  
muziekstuk).  
Dolby B NR en houd  
opnieuw ingedrukt zodat de indicator  
uitgaat.  
RPT (Dolby B/repeat)  
*Vervaardigd in licentie van Dolby  
Laboratories.  
“Dolby” en het dubbel D-symbool zijn  
handelsmerken van Dolby Laboratories.  
Druk op ¢  
een muziekstuk  
na het huidige muziekstuk zoeken  
op de cassette.  
Druk op 4  
een muziekstuk  
voor het huidige muziekstuk  
zoeken op de cassette.  
Voorkomen dat de cassette uit de  
cassettehouder springt  
U kunt voorkomen dat de cassette uit de  
cassette-compartiment springt door een cassette  
in de cassette-compartiment te “vergrendelen”.  
Druk op TAPE 23 en  
en houd deze  
toets langer dan 2 seconden ingedrukt.  
Op het afleesvenster knippert gedurende  
ongeveer 5 seconden de tekst “NO EJECT”. De  
cassette is dan “vergrendeld”.  
Elke keer dat u een muziekstuk opgeeft, verandert  
het nummer tot maximaal ±9.  
Wanneer het begin van het opgegeven muziekstuk  
is gevonden, wordt automatisch met het afspelen  
van het betreffende muziekstuk begonnen.  
Om de vergrendeling ongedaan te maken en  
de cassette te “ontgrendelen”, drukt u opnieuw  
langer dan 2 seconden op TAPE 23 en  
.
Op het afleesvenster knippert opnieuw  
gedurende ongeveer 5 seconden de tekst  
“EJECT OK”. De cassette is dan “ontgrendeld”.  
Opmerkingen:  
Gedurende het zoeken naar een opgegeven  
muziekstuk gebeurt het volgende:  
– Als de band wordt teruggespoeld tot het begin,  
start het afspelen aan het begin van die kant.  
– Als de band versneld wordt doorgespoeld tot aan  
het einde, wordt hij omgedraaid en afgespeeld  
vanaf het begin van de andere kant.  
Soms functioneert Multi Music Scan niet op de  
juiste manier. Dit kan gebeuren bij:  
– Banden met muziekstukken met lange stukken zeer  
zachte muziek (zeer rustige gedeelten) of lange  
stukken tussen twee muziekstukken waarop niets is  
opgenomen.  
Opmerking:  
Als u op 0 drukt terwijl het uitnemen van cassettes is  
geblokkeerd, komt het display weliswaar naar beneden  
geschoven, maar speelt de cassette door en kan deze  
niet worden uitgenomen.  
– Banden met korte stukken waarop niets is  
opgenomen.  
– Banden met veel geluid of geroezemoes tussen de  
verschillende muziekstukken.  
Wanneer het met de Dolby NR toets gekozen  
ruisonderdrukkingssysteem niet overeenkomt.  
Wanneer bijvoorbeeld Dolby B ruisonderdrukking  
is gectiveerd maar de cassette zonder Dolby was  
opgenomen.  
15  
Als u het zoeken de modus Blank Skip wilt  
beëindigen, herhaalt u de bovenstaande  
procedure, maar selecteert u in stap 3 de  
vermelding “OFF” door de draaiknop tegen de  
wijzers van de klok in te draaien.  
Andere handige functies voor  
de cassettespeler  
Overslaan van blanco gedeelten op de  
cassette  
U kunt tijdens weergave blanco gedeelten tussen  
fragmenten overslaan (Blank Skip).  
Herhalen van het spelende fragment  
U kunt het spelende fragment herhalen  
(Herhaalde weergave).  
Met de functie geactiveerd worden blanco  
gedeelten van 15 seconden of langer  
overgeslagen en wordt snel naar het volgende  
fragment gespoeld en de weergave vanaf daar  
voortgezet.  
Druk op RPT  
(repeat/Dolby B) als u  
een melodie hoort die u herhaaldelijk ten  
gehore wilt brengen.  
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen  
wijzigen (PSM)” op bladzijde 20.  
Door iedere druk kort op de toets  
tijdens weergave van een  
cassette wordt de functie voor  
het herhalen van een fragment  
afwisselend geactiveerd en  
uitgeschakeld.  
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd  
deze ten minste 2 seconden ingedrukt,  
zodat een van de PSM-vermeldingen  
op de display wordt weergegeven.  
(PSM: zie bladzijde 21).  
De indicator licht op wanneer de functie voor het  
herhalen van een fragment is geactiveerd.  
2 Druk op ¢  
of op 4  
om de  
Als de melodie is afgespeeld, wordt de cassette  
automatisch naar het begin van de melodie  
teruggespoeld en wordt dezelfde melodie  
nogmaals afgespeeld.  
vermelding “B. SKIP (blank skip)” te  
selecteren.  
Als u het herhaald afspelen wilt beëindigen,  
drukt u nogmaals op RPT  
RPT-indicator uitgaat.  
zodat de  
Opmerking:  
3 Draai de bedieningsschijf met de  
wijzers van de klok mee en selecteer  
“ON”.  
De functies voor het overslaan van blanco’s en het  
herhalen van een fragment werken mogelijk niet in de  
volgende gevallen:  
– Banden met muziekstukken met lange stukken zeer  
zachte muziek (zeer rustige gedeelten) of lange  
stukken tussen twee muziekstukken waarop niets is  
opgenomen.  
De voorziening Blank Skip  
is nu ingeschakeld.  
– Banden met korte stukken waarop niets is  
opgenomen.  
– Banden met veel geluid of geroezemoes tussen de  
verschillende muziekstukken.  
– Wanneer het met de Dolby NR toets gekozen  
ruisonderdrukkingssysteem niet overeenkomt.  
Wanneer bijvoorbeeld Dolby B ruisonderdrukking is  
gectiveerd maar de cassette zonder Dolby was  
opgenomen.  
4 Druk op SEL (selecteren) om het  
instellen te voltooien.  
16  
GELUID REGELEN  
2 Pas het niveau aan.  
Geluid aanpassen  
Het niveau verhogen.  
U kunt de geluidskarakteristieken naar wens  
instellen.  
1 Selecteer de functie die u wilt  
aanpassen.  
Het niveau verlagen.  
Elke keer wanneer u op deze  
toets drukt, wordt de  
aanpasbare tijd als volgt:  
BAS  
TRE  
FAD  
Het patroon op de indicator voor de equalizer  
verandert wanneer u de weergave van bastonen  
of treble aanpast.  
(bas)  
(treble)  
(faden)  
VOL  
LOUD  
BAL  
(volume)  
(loudness)  
(balans)  
Opmerking:  
Normaliter stelt u het volume in met de draaiknop. U  
hoeft dus niet “VOL” voor het instellen van het  
volumeniveau te kiezen.  
Indicatie  
Doel:  
Bastonen  
aanpassen.  
Bereik  
BAS  
TRE  
FAD*  
–06 (min.)  
l
+06 (max.)  
Treble aanpassen. –06 (min.)  
l
+06 (max.)  
Evenwicht tussen  
voor- en  
achterspeakers  
aanpassen.  
R06 (Allen achterin)  
l
F06 (Allen voorin)  
BAL  
Evenwicht tussen  
inker- en  
rechterspeaker  
aanpassen.  
L06 (Allen links)  
l
R06 (Allen rechts)  
LOUD  
De lage en hoge  
tonen worden  
versterkt voor een  
goed gebalanceerd  
geluid bij  
LOUD ON  
(geactiveerd)  
l
LOUD OFF  
(uitgeschakeld)  
weergave met  
een laag volume.  
VOL  
Het volume  
aanpassen.  
00 (min.)  
l
50 (max.)  
* Als u een systeem met twee speakers gebruikt moet u  
FAD op “00” zetten.  
17  
Indicatie  
Voor:  
Vooraf ingestelde  
waarden  
Werken met aangepaste  
geluidsmodi (Advanced SCM)  
BAS  
TRE  
LOUD  
SCM OFF (Vlak geluid)  
00  
00  
ON  
U kunt voor elke afspeelbron een aangepaste  
geluidsmodus selecteren en vastleggen. Dit is  
mogelijk dankzij de voorziening met de naam  
“Advanced SCM” (Sound Control Memory).  
BEAT  
Rock- of  
discoritme  
+02  
00  
ON  
SOFT  
Rustige  
achtergrond-  
muziek  
+01  
–03  
+01  
OFF  
OFF  
De geluidsmodi selecteren en opslaan  
POP  
Lichte muziek +04  
Als u een geluidsmodus hebt geselecteerd, wordt  
deze in het geheugen opgeslagen en steeds  
opnieuw opgeroepen wanneer u dezelfde  
afspeelbron selecteert. De geluidsmodus wordt  
dan tevens op de display weergegeven.  
Voor elk van de volgende geluidsbronnen kan  
een geluidsmodus worden opgeslagen:  
FM1, FM2, FM3, AM, cassette en externe  
apparaat.  
De geluidsmodi oproepen  
Selecteer de afspeelbron als “SCM LINK”  
is ingesteld op “LINK ON”.  
• Als u de geluidsmodus van uw keuze niet voor  
elke geluidsbron apart wilt instellen, maar wel  
elke geluidsbron dezelfde geluidsmodus wilt  
toekennen, verwijzen we u naar de instructies  
in de paragraaf “Advanced SCM annuleren  
– SCM LINK” op bladzijde 22.  
Elke keer wanneer u een andere  
afspeelbron selecteert, gaat de  
SCM-indicator op de display  
knipperen.  
De geluidsmodus die voor de geselecteerde  
afspeelbron in het geheugen ligt opgeslagen  
wordt opgeroepen.  
De geluidsmodus van uw keuze  
selecteren.  
Opmerkingen:  
• U kunt de vooraf ingestelde geluidsweergave  
wijzigen en in het geheugen opslaan.  
Meer bijzonderheden over het aanpassen en  
opslaan van uw eigen geluidsinstellingen treft u aan  
in de paragraaf “Geluidsweergave aanpassen en  
opslaan” op bladzijde 19.  
Bijv.: Als u “BEAT” aanpast  
Elke keer wanneer u op de toets drukt, verandert  
de geluidsmodus en wel als volgt:  
• Als u de versterkingsfactor voor de bastonen of  
treble wilt aanpassen of de geluidsterktefunctie  
tijdelijk wilt uitschakelen, verwijzen we u naar de  
instructies op bladzijde 17. (De aanpassingen die u  
hebt aangebracht, worden geannuleerd zodra u een  
andere geluidsbron selecteert).  
SCM OFF  
(BEAT) (SOFT) (POP)  
• Als voor “SCM LINK” de instelling “LINK ON” is  
geselecteerd, kan de geselecteerde  
geluidsmodus voor de huidige afspeelbron in  
het geheugen worden opgeslagen en zal het  
effect alleen op de huidige afspeelbron van  
toepassing zijn.  
• Als voor “SCM LINK” de instelling “LINK OFF”  
is geselecteerd, is de geselecteerde  
afspeelmodus op elke afspeelbron van  
toepassing.  
18  
Geluidsweergave aanpassen  
en opslaan  
4 Herhaal stap 2 en 3 als u nog andere  
items wilt aanpassen.  
Het is mogelijk om de geluidskarakteristieken  
(BEAT, SOFT, POP) aan uw eigen wensen aan te  
passen en in het geheugen op te slaan.  
• Voor het uitvoeren van de onderstaande  
stappen geldt een tijdslimiet. Als de procedure  
wordt afgebroken voordat u deze hebt voltooid,  
moet u opnieuw bij stap 1 beginnen.  
5 Druk op SCM en houd deze  
ingedrukt tot de geluidsmodus van  
uw keuze op de display knippert.  
1 Roep de geluidsweergave op die u  
De wijziging van de geselecteerde  
geluidsbesturingsmodus wordt nu in  
het geheugen opgeslagen.  
wilt aanpassen.  
Meer bijzonderheden over bas en treble  
vindt u op bladzijde 18.  
6 Herhaal deze procedure als u andere  
geluidsmodi wilt opslaan.  
Bijv.: Als u “BEAT” aanpast  
De fabrieksinstellingen herstellen  
Herhaal de procedure en ken de  
fabrieksinstellingen toe. U vind deze in de tabel  
op bladzijde 18.  
2 Selecteer “BAS (bas)”, “TRE (treble)”  
of “LOUD (loudness)”.  
Bijv.: Als u “TRE (treble)” aanpast  
3 Pas het niveau van de bastonen of  
treble aan of schakel de  
geluidssterktefunctie ON/OFF.  
Meer bijzonderheden over bas en treble  
vindt u op bladzijde 17.  
Het patroon op de indicator voor de equalizer  
verandert wanneer u de weergave van bastonen  
of treble aanpast.  
19  
ANDERE HOOFDFUNCTIES  
Als u wilt weten hoe laat het is terwijl de eenheid  
Klok instellen  
Het is ook mogelijk de klok in te stellen op een  
is uitgeschakeld, drukt op DISP (display).  
De stroom wordt vervolgens ingeschakeld en  
gedurende 5 seconden wordt de tijd van de klok  
weergegeven. Daarna wordt de stroomtoevoer  
weer uitgeschakeld.  
24-uurs of een 12-uurs aanduiding.  
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd  
deze ten minste 2 seconden ingedrukt,  
zodat een van de PSM-vermeldingen  
op de display wordt weergegeven.  
(Zie bladzijde 21).  
De algemene instellingen  
wijzigen (PSM)  
Het is mogelijk om de instellingen voor de items  
die op de volgende bladzijde staan vermeld te  
wijzigen.  
Basisprocedure  
2 Stel het uur in.  
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd  
deze ten minste 2 seconden ingedrukt,  
zodat een van de PSM-vermeldingen  
op de display wordt weergegeven.  
(Zie bladzijde 21).  
1 Selecteer de vermelding “CLOCK H (uur)”  
als deze al niet meteen op de display  
wordt weergegeven.  
2 Pas het uur aan.  
1
2
2 Selecteer het item waarvan u de  
instelling wilt wijzigen.  
3 Stel de minuten in.  
1 Selecteer de vermelding “CLOCK M  
(minuten)”.  
(Zie bladzijde 21).  
2 Pas de minuten aan.  
1
2
3 Wijzig het PSM-item dat u hebt  
geselecteerd.  
4 Stel de uuraanduiding in.  
1 Selecteer de vermelding “24H/12H”.  
2 Selecteer de vermelding “24H” of “12H”.  
1
2
4
Herhaal stap 2 en 3 als u, indien nodig,  
de andere PSM-items wilt aanpassen.  
5 Druk op SEL (selecteren) om het  
5 Druk op SEL (selecteren) om het  
instellen te voltooien.  
instellen te voltooien.  
20  
Modus met voorkeursinstellingen (PSM)-onderdelen  
1
2
3
Fabrieksin-  
stellingen  
Zie  
blz.  
Stel in...  
Met de  
wijzers  
van de  
klok mee  
Tegen de  
wijzers van  
de klok in  
Houd.  
Kies...  
CLOCK H  
CLOCK M  
SCM LINK  
Instellen van het uur  
Terug  
Terug  
Verder  
0:00  
20  
Instellen van de minute  
Verder  
Koppeling met het  
geheugen voor  
geluidsmodi  
LINK OFF  
LINK ON  
LINK ON  
18, 22  
20  
24H/12H  
24/12-uur aanduiding  
voor de klok  
12H  
OFF  
24H  
ON  
24H  
ON  
AUTO ADJ  
Automatische instellen  
van de klok  
12  
22  
12  
CLOCK  
Weergave van de klok  
OFF  
ON  
ON  
TU DISP  
Weergavemodus van  
de tuner  
FREQ  
PS NAME  
PS NAME  
PTY STBY  
PTY SRCH  
TA VOL  
PTY-standby  
PTY-zoeken  
NEWS  
10  
10  
29 programmatypen  
(zie bladzijde 10 en 13).  
(Zie bladzijde 10).  
Volume voor  
verkeersinformatie  
VOL 00 – VOL 50  
VOL 20  
OFF  
12  
11  
P-SEARCH  
Programme zoeken  
OFF  
ON  
DAB AF*  
Zoeken naar  
AF OFF  
AUDIO 1  
AF ON  
AUDIO 2  
AF ON  
30  
22  
alternatieve frequenties  
LEVEL  
TEL  
Niveaudisplay  
AUDIO 2  
OFF  
OFF  
OFF  
Audiodemping voor  
cellulaire  
telefoonsystemen  
MUTING 1  
OFF  
MUTING 2  
22  
B. SKIP  
Blank skip  
ON  
OFF  
16  
EXT IN**  
Extern apparaat  
22, 26  
CHANGER  
LINE IN  
CHANGER  
Druk op SEL (selecteren) om het instellen te voltooien.  
*
Wordt alleen weergegeven indien de DAB-tuner is aangesloten.  
** Wordt alleen weergegeven indien een van de volgende afspeelbronnen is geselecteerd: FM, AM en Band.  
21  
Advanced SCM annuleren – SCM LINK  
Audiodemping voor mobiele  
telefoongesprekken selecteren – TEL  
Het is mogelijk om de voorziening Advanced  
SCM (Sound Control Memory) te annuleren en  
de aangebrachte koppeling tussen de  
geluidsmodi en afspeelbronnen weer op te  
heffen.  
Standaard kan voor elke afspeelbron een eigen,  
aangepaste geluidsmodus in het geheugen  
worden opgeslagen. In de praktijk kunt u dus een  
andere geluidsmodus te horen krijgen als u een  
andere afspeelbron selecteert.  
Deze modus wordt gebruikt wanneer er een  
cellulair telefoonsysteem is aangesloten.  
Selecteer afhankelijk van het telefoonsysteem  
dat u gebruikt “MUTING 1” of “MUTING 2”.  
Welke dempingsmogelijkheid u kiest, hangt af van  
de vraag welke instelling het geluid het beste dempt.  
Bij het verlaten van de fabriek is deze modus  
standaard uitgeschakeld.  
• MUTING 1: Selecteer deze modus als u  
hiermee het geluid kunt dempen.  
• MUTING 2: Selecteer deze modus als u  
hiermee het geluid kunt dempen.  
• LINK ON: De voorziening Advanced SCM is  
ingeschakeld (voor elke  
afspeelbron een andere  
geluidsmodus).  
• LINK OFF: De voorziening Advanced SCM is  
uitgeschakeld (voor elke  
• OFF:  
Hiermee wordt de audiodemping  
voor telefoongesprekken  
uitgeschakeld.  
afspeelbron geldt een en dezelfde  
geluidsbron).  
Het externe apparaat selecteren – EXT IN  
Het externe apparaat kan met behulp van de  
KS-U57 Line Input Adapter (niet meegeleverd) op  
de ingang van de CD-wisselaar worden  
aangesloten.  
Als u het externe apparaat via deze eenheid als  
afspeelbron wilt gebruiken, moet u bepalen welk  
onderdeel – de CD-wisselaar of het externe  
apparaat – u wilt gebruiken.  
Weergave van de klok selecteren – CLOCK  
Het is mogelijk om de klok op de display weer te  
geven of juist niet weer te geven wanneer de  
eenheid is ingeschakeld.  
Bij het verlaten van de fabriek is de klok  
standaard ingesteld om op de display te worden  
weergegeven.  
Bij het verlaten van de fabriek is de CD-wisselaar  
standaard als extern apparaat geselecteerd.  
• ON:  
Weergave van de klok op de  
display is ingeschakeld.  
• OFF:  
De tijdsaanduiding staat uit. In de  
stand “OFF” verschijnt in plaats  
van de tijd de naam van de  
• LINE IN:  
Voor een ander apparaat dan de  
CD-wisselaar.  
• CHANGER: De CD-wisselaar gebruiken.  
geselecteerde geluidsbron of van  
het geselecteerde golfgebied  
(behalve wanneer “EXT–LINE IN”  
als afspeelbron is geselecteerd).  
Opmerking:  
Aanwijzingen omtrent het aansluiten van de KS-U57  
Line Input Adapter op het externe apparaat treft u aan  
in de Installation/Connection Manual (aparte  
publicatie).  
De niveau-indicator selecteren – LEVEL  
U kunt zelf opgeven welk niveau op de display  
moet worden weergegeven.  
Bij het verlaten van de fabriek is de instelling  
“AUDIO 2” geselecteerd.  
• AUDIO 1: Niveaumeter wordt van onder naar  
boven verlicht.  
• AUDIO 2: Beurtelings niveaumeter  
(bewegend van beneden naar  
boven) en verlichting.  
• OFF:  
De indicator voor het  
geluidsniveau verdwijnt.  
22  
Hoe moet u het bedieningspaneel weer  
op zijn plaats bevestigen?  
Bedieningspaneel verwijderen  
U kunt het bedieningspaneel verwijderen,  
wanneer u uit de auto stapt.  
1 Stop de rechterkant van het  
bedieningspaneel in de uitsparing  
op de houder.  
U moet het bedieningspaneel voorzichtig  
verwijderen en weer op zijn plaats bevestigen,  
zodat de connectors op de achterkant van het  
bedieningspaneel en de houder van het  
bedieningspaneel niet worden beschadigd.  
Hoe moet u het bedieningspaneel  
verwijderen?  
Voordat u het bedieningspaneel verwijdert, moet  
u er zeker van zijn dat de spanning is  
uitgeschakeld.  
2 Druk op de linkerkant van het  
bedieningspaneel totdat dit in de  
houder vastzit.  
1 Ontgrendel het bedieningspaneel.  
2 Druk het bedieningspaneel iets  
omhoog en trek naar u toe van het  
apparaat.  
Opmerking over het reinigen van de connectors:  
Als u het bedieningspaneel vaak verwijdert, zullen  
de connectors op een gegeven moment minder goed  
gaan functioneren.  
Om deze mogelijkheid tot het minimum te  
beperken, moet u de connectors van tijd tot tijd met  
een met alcohol bevochtigde katoenen doek  
schoonmaken. Zorg ervoor dat u de connectors  
daarbij niet beschadigt.  
3 Stop het losgemaakte  
bedieningspaneel in het daarvoor  
bestemde doosje.  
Connectors  
23  
GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR  
DISP  
DAB  
TP  
RDS  
PTY  
7
8
9
10  
11  
12  
MO  
We raden u aan bij uw eenheid alleen gebruik te  
maken van de CH-X-serie.  
CD’s afspelen  
Als u een andere automatische CD-wisselaar in  
uw bezit hebt, raden we u aan contact op te  
nemen met uw JVC-dealer in auto-accessoires  
voor meer informatie over de juiste aansluitingen.  
• Bijv.: Als u een CD-wisselaar uit de KD-MK  
serie hebt, hebt u een kabel (KS-U15K)  
Selecteer de automatische CD-wisselaar  
(CD-CH).  
Het afspelen begint bij de eerste  
track van de eerste CD.  
Alle tracks van alle CD’s worden  
afgespeeld.  
nodig om deze met het apparaat te verbinden.  
Nummer van  
Verstreken speelduur  
het muziekstuk  
Alvorens uw automatische CD-wisselaar te  
gebruiken:  
• Lees de instructies door die bij uw  
CD-wisselaar zijn geleverd.  
• Als er geen CD’s in de houder van de  
CD-wisselaar aanwezig zijn of wanneer de  
CD’s ondersteboven in de houder zitten,  
verschijnt op het afleesvenster de tekst  
“NO DISC”. Als dit gebeurt, moet u de  
houder verwijderen en de CD’s op de juiste  
wijze in de houder plaatsen.  
• Als op het afleesvenster de tekst “RESET 1”  
– “RESET 8” verschijnt, is er iets fout met de  
verbinding tussen dit apparaat en de  
CD-wisselaar. Als dit gebeurt, moet u de  
verbinding controleren, de verbindings-  
kabel(s) stevig vastmaken. En dan op de  
resetknop van de CD-wisselaar drukken.  
CD-nummer*  
* Als voor “CLOCK” de instelling “ON” is  
gekozen (zie bladzijde 22), wordt het CD-  
nummer vervangen door de tijd.  
Opmerking over de “One Toch”-bediening:  
Wanneer u op CD-CH drukt, wordt automatisch de  
spanning ingeschakeld. U hoeft niet op  
te  
drukken om de spanning in te schakelen.  
Versneld vooruit afspelen en achteruit  
afspelen van het muziekstuk  
Druk tijdens het afspelen van een  
en houd deze  
CD op ¢  
toets ingedrukt om het muziekstuk  
versneld vooruit af te spelen.  
Druk tijdens het afspelen van een  
CD op 4  
en houd deze  
toets ingedrukt om het muziekstuk  
achteruit af te spelen.  
24  
Vorige of volgende tracks selecteren  
Kiezen van de weergavefunctie  
Druk terwijl u een CD afspeelt  
Tracks in willekeurige volgorde afspelen  
(Random Play)  
korte tijd op ¢  
om naar  
het begin van de volgende  
track te gaan.  
MO  
Elke keer wanneer u op de RND MO  
(random/mono), wordt er een andere  
modus voor het in willekeurige  
volgorde afspelen van tracks  
geselecteerd, en wel in deze  
volgorde:  
Elke keer wanneer u op deze  
toets drukt, gaat u naar de  
volgende track, die vervolgens  
ten gehore wordt gebracht.  
Druk terwijl u een CD afspeelt  
korte tijd op 4  
om naar  
het begin van de huidige  
track te gaan.  
RND1  
Uit, geen aanduiding  
RND2  
Elke keer wanneer u op deze  
toets drukt, gaat u naar de vorige  
track, die vervolgens ten gehore  
wordt gebracht.  
Afspelen in  
indicator willekeurige volgorde  
RND-  
Modus  
RND1  
Licht op  
Alle muziekstukken van  
de huidige CD, daarna de  
muziekstukken van de  
volgende CD enzovoorts.  
Direct naar een bepaalde CD gaan  
Druk op de cijfertoets die correspondeert met het  
nummer van de CD om het afspelen te laten  
beginnen (tijdens weergave van de CD-  
wisselaar).  
RND2  
Knippert  
Alle muziekstukken van  
alle CD’s in de CD-houder.  
7
8
9
10  
11  
12  
Tracks herhaaldelijk afspelen (Repeat Play)  
Elke keer wanneer u op de RPT  
(repeat/Dolby B), wordt er een  
andere modus voor het herhaald  
afspelen van tracks geselecteerd, en  
wel in deze volgorde:  
• Nummer 1 – 6 selecteren:  
Druk kort op 1 (7) – 6 (12).  
• Nummer 7 – 12 selecteren:  
Druk kort op 1 (7) – 6 (12) en houd deze toets  
langer dan 1 seconde ingedrukt.  
RPT1  
Uit, geen aanduiding  
RPT2  
Nummer van  
het muziekstuk  
Verstreken speelduur  
RPT-  
indicator  
Modus  
Herhaling van...  
RPT1  
Licht op  
Het spelende (of  
ingestelde) fragment.  
RPT2  
Knippert  
Alle fragmenten van de  
spelende (of ingestelde)  
disc.  
CD-nummer  
Bijv.: Wanneer CD nummer 3 wordt geselecteerd  
25  
BEDIENING VAN HET EXTERNE APPARAATEN  
DISP  
DAB  
TP  
RDS  
PTY  
7
8
9
10  
11  
12  
MO  
Werken met een extern  
apparaat  
2 Schakel het aangesloten apparaat  
aan en start het afspelen van de  
afspeelbron.  
Het externe apparaat kan met behulp van de  
KS-U57 Line Input Adapter (niet meegeleverd)  
op de ingang van de CD-wisselaar worden  
aangesloten.  
3 Regel het volume.  
Voorbereiding:  
• Aanwijzingen omtrent het aansluiten van de  
KS-U57 Line Input Adapter op het externe apparaat  
treft u aan in de Installation/Connection Manual  
(aparte publicatie).  
• Alvorens u het externe apparaat volgens de  
onderstaande instructies gaat bedienen, moet u  
ervoor zorgen dat u de juiste externe ingang hebt  
geselecteerd. (Zie de paragraaf “Het externe  
apparaat selecteren – EXT IN” op bladzijde 22).  
4 Pas de geluidskarakteristieken naar  
eigen inzicht aan. (Zie bladzijde 17).  
1 Selecteer het externe apparaat  
(CD-CH).  
• Als de vermelding “LINE IN” niet op de display  
verschijnt, verwijzen we u naar bladzijde 22.  
Selecteer in zo’n geval de externe ingang  
(“LINE IN”).  
• Wordt alleen weergegeven indien een van de  
volgende afspeelbronnen is geselecteerd: FM,  
AM en Band.  
Opmerking over de “One Toch”-bediening:  
Wanneer u op CD-CH drukt, wordt automatisch de  
spanning ingeschakeld. U hoeft niet op  
drukken om de spanning in te schakelen.  
te  
26  
BEDIENING VAN DE DAB-TUNER  
DISP  
DAB  
TP  
RDS  
PTY  
7
8
9
10  
11  
12  
MO  
We raden u aan om in combinatie met deze  
Afstemmen op een ensemble  
en op een van de services  
eenheid DAB-tuner KT-DB1500 te gebruiken.  
Neem contact op met de JVC-dealer in auto-  
accessoires als u een andere DAB-tuner hebt.  
• Zie ook de instructies die bij de DAB-tuner  
werden geleverd.  
Een ensemble bestaat doorgaans uit 6 of meer  
programma’s (services) die tegelijkertijd worden  
uitgezonden. Nadat u op een ensemble hebt  
afgestemd, kunt u kiezen naar welke service u  
wilt luisteren.  
Wat is het DAB-system?  
DAB is een van de digitale radiozendsystemen  
die momenteel in gebruik zijn. Met deze  
technologie is het mogelijk CD’s af te spelen  
met hoge geluidskwaliteit zonder storingen en  
signaalvervorming. U kunt er zelfs tekst,  
afbeeldingen en gegevens mee versturen.  
In tegenstelling tot FM-uitzendingen, waarbij elk  
programma op een aparte frequentie wordt  
uitgezonden, worden bij DAB verschillende  
programma’s (die “services” worden genoemd)  
met elkaar gecombineerd tot een “ensemble”.  
Alleen wanneer u een DAB-tuner op deze  
eenheid aansluit, kunt u van deze DAB-  
services gebruik maken.  
Alvorens u begint....  
Druk korte tijd op DAB (FM AM) als het  
cassettedeck, de CD-wisselaar of een extern  
apparaat de huidige afspeelbron is.  
1 Selecteer de DAB-tuner.  
Elke keer wanneer u op  
de toets drukt en houdt,  
wordt de DAB-tuner of de  
FM/AM-tuner geselecteerd.  
DAB  
FM/AM  
2 Selecteer de DAB-band (DAB1,  
DAB2 of DAB3).  
Elke keer wanneer u op de  
toets drukt, verandert u de  
DAB-band als volgt:  
D1  
(DAB 1)  
D3  
(DAB 3)  
D2  
(DAB 2)  
Opmerking:  
Deze ontvanger is uitgerust met drie DAB-  
banden (DAB1, DAB2 en DAB3). U kunt met  
elke DAB-band op een ensemble afstemmen.  
VERVOLG, ZIE OMMEZIJDE  
27  
De informatie op de display wijzigen  
wanneer u op een ensemble afstemt  
Normaliter wordt de naam van de service op de  
display weergegeven.  
Druk op DISP als u andere informatie op de  
display wilt weergeven.  
3 Zoek een ensemble op.  
Druk op ¢  
op een ensemble met een  
hogere frequentie.  
afstemmen  
Elke keer wanneer u op deze toets drukt,  
verschijnt de volgende informatie gedurende een  
korte tijd in het bovenste gedeelte van de display.  
Druk op 4  
afstemmen  
op een ensemble met een  
lagere frequentie.  
Zodra er een ensemble wordt gevonden,  
wordt het zoeken gestaakt.  
Naam van de service  
Als u het zoeken wilt stoppen nog  
voordat er een ensemble is gevonden,  
moet u de toets die u hebt ingedrukt om het  
zoeken in gang te zetten nogmaals  
indrukken.  
Naam van het ensemble  
Kanaalnummer  
Frequentie  
4 Selecteer de service waarnaar u wilt  
luisteren.  
MO  
Zonder zoeken afstemmen op een bepaald  
ensemble:  
1 Druk op DAB (FM AM) en houd om de  
DAB-tuner als afspeelbron te selecteren.  
2 Druk herhaaldelijk op DAB (FM AM) om de  
gewenste DAB-band te selecteren (DAB1,  
DAB2 of DAB3).  
Druk op 5 (RND MO) als u de  
volgende service wilt  
selecteren.  
Druk op (RPT  
vorige service wilt  
selecteren.  
) als u de  
3 Druk op ¢  
gedurende minimaal 1 seconde ingedrukt.  
4 Druk herhaaldelijk op ¢ of op 4  
of op 4  
en houd deze  
tot  
u het ensemble van uw keuze bereikt.  
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de  
frequentie veranderen tot u de toets weer  
loslaat.  
Terugkeren naar de FM/AM-tuner  
Druk nogmaals op DAB (FM AM) en houd deze.  
28  
5 Druk op de cijfertoets (in dit  
voorbeeld cijfertoets 1) waaronder u  
de geselecteerde service wilt  
opslaan en houd deze toets  
DAB-frequenties in het  
geheugen opslaan  
Er kunnen maximaal 6 DAB-services voor elke  
DAB-band (DAB1, DAB2 en DAB3) handmatig in  
het geheugen worden opgeslagen.  
gedurende minimaal 2 seconden  
ingedrukt.  
7
1 Selecteer de DAB-tuner.  
Elke keer wanneer u op  
de toets drukt en houdt,  
wordt de DAB-tuner of de  
FM/AM-tuner geselecteerd.  
DAB  
FM/AM  
De geselecteerde band of het  
geselecteerde voorkeuzenummer en  
de vermelding “MEMO (geheugen)”  
verschijnt korte tijd beurtelings op de  
display.  
2 Selecteer de DAB-band (DAB1,  
DAB2 of DAB3) van uw keuze.  
Elke keer wanneer u op de  
toets drukt, verandert u de  
DAB-band als volgt:  
D1  
(DAB 1)  
D3  
(DAB 3)  
D2  
(DAB 2)  
6 Herhaal de bovenstaande procedure  
als u nog andere DAB-services  
achter voorkeuzetoetsen wilt  
opslaan.  
3 Stem af op het ensemble van uw  
keuze.  
Opmerkingen:  
• Een reeds opgeslagen DAB-service verdwijnt uit het  
geheugen wanneer u aan de desbetreffende  
voorkeuzetoets een nieuwe DAB-service toekent.  
• Opgeslagen DAB-services verdwijnen uit het  
geheugen wanneer de stroomtoevoer naar het  
geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld  
wanneer u de batterij vervangt). Als dit gebeurt,  
zult u de DAB-services opnieuw moeten instellen.  
4 Selecteer de service van het  
ensemble.  
MO  
Druk op 5 (RND MO) als u de  
volgende service wilt  
selecteren.  
Druk op (RPT  
vorige service wilt  
selecteren.  
) als u de  
29  
Afstemmen op een  
opgeslagen DAB-service  
Wat u nog meer met DAB  
kunt doen  
U kunt eenvoudig op een vooraf ingestelde  
DAB-service afstemmen.  
Zoals al eerder uitgelegd, dient u eerst services  
in het geheugen vast te leggen. Zie bladzijde 29  
als u nog geen services hebt opgeslagen.  
Hetzelfde programma automatisch volgen  
(alternatieve ontvangst)  
Het is mogelijk om naar een programma te  
blijven luisteren.  
Terwijl u een DAB-service ontvangt:  
Als u in een streek rijdt waar u een service niet  
kunt ontvangen, zal deze eenheid automatisch  
afstemmen op een ander ensemble of een FM  
RDS-zender die hetzelfde programma uitzendt.  
Terwijl u een FM RDS-station ontvangt:  
Als u in een gebied rijdt waar een DAB-service  
hetzelfde programma uitzendt als een FM  
RDS-zender, stemt deze eenheid automatisch  
op de DAB-service af.  
1 Selecteer de DAB-tuner.  
Elke keer wanneer u op  
de toets drukt en houdt,  
wordt de DAB-tuner of de  
FM/AM-tuner geselecteerd.  
DAB  
FM/AM  
2 Selecteer de DAB-band (DAB1,  
Opmerking:  
Bij het overschakelen van DAB naar FM en andersom  
kan het weergaveniveau van het volume  
onaangenaam toenemen of afnemen. Dat het  
geluidsniveau toeneemt of afneemt, heeft niets met uw  
ontvanger te maken, maar met de aansturing bij de  
zender. Er is dus niets mis met uw ontvanger.  
DAB2 of DAB3) van uw keuze.  
Elke keer wanneer u op de  
toets drukt, verandert u de  
DAB-band als volgt:  
D1  
(DAB 1)  
D3  
(DAB 3)  
D2  
(DAB 2)  
Werken met alternatieve ontvangst  
Bij het verlaten van de fabriek zijn standaard alle  
alternatieve-ontvangstmogelijkheden ingeschakeld.  
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten  
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van  
de PSM-vermeldingen op de display wordt  
weergegeven.  
3 Selecteer de voorkeuzetoets (1 t/m 6)  
voor de DAB-service die u wilt  
beluisteren.  
7
8
9
10  
11  
12  
2 Druk op ¢  
of op 4  
om de  
vermelding “DAB AF (alternatieve frequentie)”  
te selecteren.  
3 Selecteer de gewenste modus met de  
bedieningsknop.  
• AF ON: Het programma wordt gevolgd  
tussen het aanbod van DAB-  
services en FM RDS-zenders  
— alternatieve ontvangst. De  
indicator AF op de display licht op  
(zie bladzijde 8).  
• AF OFF:Alternatieve ontvangst is  
uitgeschakeld.  
Opmerking:  
Als alternatieve ontvangst (voor DAB-services) is  
ingeschakeld, is automatisch ook de netwerkfunctie  
ingeschakeld (zie bladzijde 8 voor RDS-zenders).  
De netwerkfunctie kan echter niet worden  
uitgeschakeld zonder de alternatieve ontvangst uit  
te schakelen.  
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te  
voltooien.  
30  
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING  
Deze apparaat kan ook op afstand worden  
bediend als u onderstaande instructies opvolgt  
(met een apart aangeschafte  
afstandsbediening). We raden u aan om de  
afstandsbediening RM-RK31 of RM-RK50 in  
combinatie met de eenheid te gebruiken.  
2. Plaats de batterij in de houder.  
Laat de batterij met de pluszijde (+) naar  
boven in de houder zakken zodat deze vast  
komt te liggen.  
Lithium  
knoopcelbatterij  
(Productnummer:  
CR2025)  
(Voorbeeld: Bij gebruik van de RM-RK31)  
Alvorens gebruik van de afstandbediening:  
• Richt de afstandsbediening recht naar de  
afstandssensor op het hoofdtoestel. Controleer  
dat er geen obstakels in het pad liggen.  
3. Plaats de batterijhouder terug in positie.  
Druk de batterijhouder terug tot u een ‘klik’  
hoort.  
Afstandssensor  
(Achterkant)  
DISP  
TP  
RDS  
PTY  
7
8
9
10  
Gebruikke batterijen:  
• Zorg dat er geen direct fel licht (zonlicht of van  
een schelle lamp) op de sensor valt.  
WAARSCHUWING:  
• Bewaar batterij op een plek waar kinderen geen  
toegang toe hebben.  
De batterij plaatsen  
Wanneer u merkt dat het bereik van de  
afstandsbediening afneemt, moet u de batterij  
vervangen.  
Mocht een kind een knoopcelbatterij inslikken,  
waarschuw dan onmiddellijk een arts.  
• Laad de batterij niet opnieuw op, vermijd  
kortsluiting, haal ze niet uit elkaar, verhit ze niet  
en gooi geen batterij in het vuur.  
Elk van deze handelingen kan leiden tot  
oververhitting, een explosie of een steekvlam.  
• Zorg ervoor dat de batterij niet in contact komt  
met andere metalen.  
1. Verwijder de batterijhouder.  
1) Druk de batterijhouder met behulp van een  
balpen of een soortgelijk voorwerp in de  
richting van de pijl die in de afbeelding  
staat aangegeven.  
2) Verwijder de batterijhouder.  
Dit kan leiden tot oververhitting, een explosie of  
een steekvlam.  
• Bescherm gebruikte batterij door deze met  
plakband af te plakken. Als u dit niet doet, kan de  
batterij hitte vrijgeven, gaan lekken of brand  
veroorzaken.  
• Probeer de batterij nooit met bijvoorbeeld een  
naald of mes open te maken.  
(Achterkant)  
1)  
2)  
Als u dit doet, kan de batterij hitte vrijgeven,  
gaan lekken of brand veroorzaken.  
31  
3 • Fungeert als de toets PRESET wanneer u  
naar de radio (of de DAB-tuner) luistert.  
Elke keer wanneer u op deze toets drukt,  
wordt er een voorkeurzender (of service)  
met een hoger nummer geselecteerd en  
wordt op het geselecteerde station (of de  
geselecteerde service) afgestemd.  
• Functioneert als de toets DISC – tijdens het  
luisteren naar de CD-wisselaar.  
Plaatsing van de toetsen  
RM-RK31  
5
6
1
2
3
Door iedere druk op de toets verlaagt het  
CD-nummer en start de weergave van de  
gekozen CD.  
7
4 Deze toets heeft dezelfde functie als de  
bedieningsknop op de hoofdeenheid.  
OPMERKING: Deze toets werkt niet voor het  
aanpassen van algemene  
4
instellingen wijzigen.  
5 Voor het selecteren van de geluidsmodus.  
Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt  
er een andere geluidsmodus geselecteerd.  
6 Voor het kiezen van de bron.  
De bron verandert door iedere druk op de  
toets.  
7 • Voor het opzoeken van een zender tijdens  
het luisteren naar de radio.  
• Selecteert services terwijl u naar de  
DAB-tuner luistert, indien kort ingedrukt.  
• Selecteert ensembles terwijl u naar de  
DAB-tuner luistert, indien langer dan 1  
seconde ingedrukt.  
• Functioneren hetzelfde als de snel door- en  
terugspoeltoetsen of de toetsen Multi Music  
Scan tijdens het luisteren naar een cassette.  
• Voor versnelde weergave van een fragment  
in voor- en achterwaartse richting wanneer u  
tijdens weergave van een CD de toets  
ingedrukt houdt.  
1 • Hiermee wordt de apparaat ingeschakeld  
als deze is uitgeschakeld.  
• Schakelt de apparaat uit indien u de toets  
ingedrukt houdt tot de vermelding “SEE  
YOU” op de display verschijnt.  
• Hiermee wordt het volume in korte tijd  
verminderd als u de toets heel even indrukt.  
Als u nogmaals op de toets drukt, keert het  
oude volumeniveau weer terug.  
2 • Functioneert hetzelfde als de toets BAND  
tijdens het luisteren naar de FM-stations (of  
de DAB-tuner).  
• Voor het verspringen naar het begin van het  
volgende fragment of het spelende (of  
voorgaande) fragment wanneer u tijdens  
weergave van een CD kort op de toets drukt.  
De golfband verandert door iedere druk op  
deze toets.  
• Functioneert als de toets DISC + tijdens het  
luisteren naar de CD-wisselaar.  
Door iedere druk op de toets verhoogt het  
CD-nummer en start de weergave van de  
gekozen CD.  
• Functioneert hetzelfde als de toets PROG  
tijdens het luisteren naar een cassette.  
Elke keer dat u op de toets drukt, verandert  
de richting van de cassette.  
32  
ONDERHOUD  
LET OP:  
• Gebruik geen cassettes met loszittende stickers.  
Wanneer de band wordt afgespeeld, kan het  
apparaat hierdoor worden beschadigd.  
• Zorg dat de band strak zit en geen lussen vertoont.  
Deze kunnen in het mechanisme verstrikt raken.  
• Laat na gebruik geen cassettes in de  
cassettehouder achter. De band kan hierdoor  
rekken.  
Dit apparaat vergt weinig zorg, maar u zult de  
levensduur van het apparaat kunnen verlengen  
als u onderstaande instructies opvolgt.  
Koppen reinigen  
U kunt de levensduur van dit apparaat eveneens  
verlengen door de hieronder omschreven functie  
toe te passen.  
Contactsleutel (motor) uit – band wordt  
losgelaten/ contactsleutel (motor) aan  
– band wordt afgespeeld  
• Als u het contact met de contactsleutel  
uitschakelt terwijl er zich een cassette in het  
cassette-compartiment bevindt, zal de cassette  
automatisch worden vrijgegeven.  
• Als u het contact met de contactsleutel  
inschakelt terwijl er zich een cassette in het  
cassette-compartiment bevindt en u het contact  
eerder met de contactsleutel hebt  
uitgeschakeld terwijl er een cassette werd  
afgespeeld, zal die cassette automatisch  
opnieuw beginnen te spelen.  
• Reinig de koppen na elke 10 bedrijfsuren met  
een reinigingsband. Gebruik een type band met  
vloeistof (verkrijgbaar bij uw detailhandelaar).  
Wanneer de kop vuil wordt, zijn de volgende  
symptomen merkbaar:  
– De geluidskwaliteit wordt minder.  
– Het geluidsniveau neemt af.  
– Het geluid valt weg.  
• Gebruik geen vuile of stoffige banden.  
• Zorg dat het glanzende gedeelte van de kop  
niet in aanraking komt met metalen of  
magnetisch gereedschap.  
De band schoonhouden  
• Bewaar de cassettes na gebruik altijd in het  
opbergdoosje.  
• Zorg dat u de cassettes niet neerlegt op:  
– Plaatsen waar zij blootstaan aan direct  
zonlicht.  
– Zeer vochtige plaatsen.  
– Plaatsen met uitzonderlijk hoge  
temperaturen.  
33  
PROBLEMEN OPLOSSEN  
Een probleem hoeft niet altijd ernstig te zijn. Voordat u hulp inroept van een dienstverlenende instantie,  
moet u eerst de volgende punten controleren.  
Symptomen  
Oorzaken  
Oplossingen  
• Er kan geen band in het  
apparaat worden gestopt.  
U probeert de cassette op de  
verkeerde manier in de  
cassettehouder te stoppen.  
Stop de cassette in het apparaat  
en zorg dat de onderkant, waar de  
band zichtbaar is, rechts zit.  
• De cassette wordt niet  
uitgeworpen.  
Het uitwerpen van de cassette  
is vergrendeld.  
Druk op TAPE 23 en  
en houd deze gedurende minimaal  
2 seconden.  
• De banden worden heet.  
Dit is geen storing.  
• Het geluidsniveau van de  
band is erg laag en de  
De kop van de band is vuil.  
Reinig de kop met een speciale  
reinigingsband.  
geluidskwaliteit is aangetast.  
• Het geluid wordt soms  
onderbroken.  
Verkeerde verbindingen.  
Controleer de bedrading en de  
verbindingen.  
• Er komt geen geluid uit de  
speakers.  
De geluidsknop is op de laagste Pas het geluid aan totdat het  
stand gezet.  
optimale niveau is bereikt.  
Verkeerde verbindingen.  
Controleer de bedrading en de  
verbindingen.  
• Automatisch instellen van  
stations – SSM (Strong-  
station Sequential Memory)  
– functioneert niet.  
De signalen zijn te zwak.  
Sla de stations handmatig op.  
• U hoort ruis terwijl u naar de De antenne zit niet goed vast.  
radio luistert.  
Zorg dat de antenne stevig vast zit.  
• De vermelding “NO DISC”  
verschijnt op de display.  
Er zit geen CD in de CD-houder. Stop de CD’s in de CD-houder.  
De CD’s zijn op de verkeerde  
manier in de CD-houder  
geplaatst.  
Stop ze op de juiste manier in de  
CD-houder.  
• De vermelding “NO MAG”  
verschijnt op de display.  
Er is geen magazijn in de  
CD-wisselaar geladen.  
Plaats het magazijn.  
• De vermelding “RESET 8”  
verschijnt op de display.  
Het apparaat is niet op de juiste Verbind het apparaat en de  
manier met de CD-wisselaar  
verbonden.  
CD-wisselaar op de juiste manier  
met elkaar en druk op de  
Reset-toets van de CD-wisselaar.  
• De vermelding “RESET1”  
– “RESET 7” verschijnt op de  
display.  
Druk op de Reset-toets van de  
CD-wisselaar.  
• Het apparaat werkt helemaal Soms functioneert de  
niet.  
• De CD-wisselaar werkt niet. goed ten gevolge van lawaai,  
enzovoorts.  
Druk de reset-knop in op het kale  
ingebouwde microcomputer niet frame van de eenheid. (De  
instellingen van de klok en  
voorkeurzenders in het geheugen  
worden gewist). (Zie bladzijde 2).  
34  
SPECIFICATIES  
CASSETTEDECK  
GELUIDSVERSTERKER  
Maximum uitgangsvermogen:  
Voorin: 45 W per kanaal  
Wow & Flutter: 0,11% (WRMS)  
Versneld doorspoelen: 100 sec. (C-60)  
Frequentierespons (Zonder Dolby):  
30 Hz t/m 16 000 Hz (normaalcassette)  
Signaal-/ruisverhouding: (normaalcassette)  
(Met Dolby): 65 dB  
Achterin: 45 W per kanaal  
Ononderbroken uitgangsvermogen (RMS):  
Voorin: 17 W per kanaal in 4 , 40 Hz tot  
20 000 Hz met niet meer dan  
0,8% totale harmonische  
(Zonder Dolby): 56 dB  
vervorming van het geluid.  
Stereoseparatie: 40 dB  
Achterin: 17 W per kanaal in 4 , 40 Hz tot  
20 000 Hz met niet meer dan  
0,8% totale harmonische  
ALGEMEEN  
Voeding:  
Werkspanning: Gelijkstroom 14,4 V  
(speling 11 V tot 16 V)  
Aardingssysteem: Negatieve aarding  
Bedrijfstemperatuur: 0°C tot +40°C  
Afmetingen (breedte × hoogte × diepte):  
Afmetingen apparaat  
vervorming van het geluid.  
Belastingsimpedantie: 4 (speling 4 tot 8 )  
Regelbereik tonen:  
Bas:  
±10 dB bij 100 Hz  
Treble: ±10 dB bij 10 kHz  
Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 20 000 Hz  
Signaal/ruisverhouding: 70 dB  
Uitgangsvermogen/Impedantie:  
(ten behoeve van installatie):  
182 mm × 52 mm × 150 mm  
Afmetingen paneel:  
2,0 V/20 kbelasting (250 nWb/m)  
188 mm × 58 mm × 14 mm  
Gewicht: 1,4 kg (excl. accessoires)  
RADIO  
Frequentiebereik:  
FM:  
AM:  
87,5 MHz tot 108,0 MHz  
(MG)  
(LG)  
522 kHz tot 1 620 kHz  
144 kHz tot 279 kHz  
Ontwerp en specificaties kunnen zonder kennisgeving  
worden gewijzigd.  
[FM-zenders]  
Gevoeligheid bij normaal bedrijf:  
11,3 dBf (1,0 µV/75 )  
Gevoeligheid bij 50 dB geluidsdemping:  
16,3 dBf (1,8 µV/75 )  
Selectiviteit alternatief kanaal (400 kHz):  
65 dB  
Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 15 000 Hz  
Stereo-scheiding: 30 dB  
Vangbereik: 1,5 dB  
[MG-zenders]  
Gevoeligheid: 20 µV  
Selectiviteit: 35 dB  
[LG-zenders]  
Gevoeligheid: 50 µV  
35  
Having TROUBLE with operation?  
Please reset your unit  
Refer to page of How to reset your unit  
Haben Sie PROBLEME mit dem Betrieb?  
Bitte setzen Sie Ihr Gerät zurück  
Siehe Seite Zurücksetzen des Geräts  
Vous avez des PROBLÈMES de fonctionnement?  
Réinitialisez votre appareil  
Référez-vous à la page intitulée Comment réinitialiser votre appareil  
Hebt u PROBLEMEN met de bediening?  
Stel het apparaat terug  
Zie de pagina met de paragraaf Het apparaat terugstellen  
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED  
EN, GE, FR, NL  
1101KKSMDTJEIN  
J
C
V

Pioneer Super Tuner III D DEH P3950MP User Manual
Pioneer Blu ray DVD Players DVR810H User Manual
PB Heat WV Series User Manual
Oster Blender HandBlender User Manual
Olympus TELECONVERTER EC 14 User Manual
Marshall electronic V R154P User Manual
Linear Boiler User Manual
Kodak 125 FILM User Manual
KitchenAid 4KFP750OB0 User Manual
JVC KD R516 User Manual