JVC KD LH5R User Manual

CD RECEIVER  
CD-RECEIVER  
RECEPTEUR CD  
CD-RECEIVER  
KD-LH7R/KD-LH5R  
KD-LH7R  
SOUND  
D
7
U
R
SOURCE  
D
F
VOL  
VOL  
KD-LH5R  
D
5
For installation and connections, refer to the separate manual.  
Für den Einbau und die Anschlüsse siehe das eigenständige Handbuch.  
Pour l’installation et les raccordements, se référer au manuel séparé.  
Bijzonderheden over de installatie en aansluiting van het apparaat vindt u in de desbetreffende  
handleiding.  
INSTRUCTIONS  
BEDIENUNGSANLEITUNG  
MANUEL D’INSTRUCTIONS  
GEBRUIKSAANWIJZING  
GET0075-001A  
[E/EX]  
Hartelijk dank voor d e aanschaf van dit JVC-product! Wij verzoeken u de gebruiksaanwijzing goed  
door te lezen voordat u het apparaat gaat gebruiken. Zo krijgt u een volledig inzicht in de functies van  
het apparaat en kunt u de mogelijkheden optimaal benutten.  
INHOUDSOPGAVE  
Het apparaat terugstellen.........................  
Hoe u de toets MODE (M) gebruikt .........  
2
3
GELUID REGELEN......................... 29  
Geluid aanpassen .................................... 29  
Selecteren van vastgelegde geluidsfuncties  
(C-EQ: custom equalizer) ...................... 30  
Geluidsweergave aanpassen en  
PLAATSING VAN DE TOETSEN ..........  
Bedieningspaneel ....................................  
De afstandsbediening voorbereiden .........  
Afstandsbediening ...................................  
4
4
5
6
opslaan .................................................. 31  
ANDERE HOOFDFUNCTIES .............. 32  
Klok instellen ............................................ 32  
De algemene instellingen wijzigen  
BASISBEDIENING .........................  
7
De stroomtoevoer inschakelen.................  
7
GEBRUIK VAN DE RADIO ................  
Naar de radio luisteren.............................  
Radiozenders in het geheugen  
8
(PSM) .................................................... 32  
Namen aan bronnen toekennen  
(uitsluitend voor de KD-LH7R)............... 36  
Bedieningspaneel verwijderen ................. 37  
8
vastleggen ............................................. 10  
Afstemmen op een voorkeuzezender ...... 11  
GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR ..... 38  
CD’s afspelen ........................................... 38  
Afspeelmodus selecteren......................... 40  
HET GEBRUIK VAN RDS.................. 12  
Wat u kunt doen met RDS ....................... 12  
Andere nuttige RDS-functies en het  
BEDIENING VAN HET EXTERNE  
maken van aanpassingen...................... 16  
APPARAATEN ............................. 41  
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER .......... 19  
Een CD afspelen ...................................... 19  
Een muziekstuk of een bepaald punt op  
Externe apparatuur afspelen ................... 41  
BEDIENING VAN DE DAB-TUNER ....... 42  
Afstemmen op een ensemble en  
de CD zoeken ........................................ 20  
Afspeelmodus selecteren......................... 21  
Voorkomen dat de CD terugspringt.......... 22  
De tekst van een CD met CD Text  
op een van de services ......................... 42  
DAB-frequenties in het geheugen  
opslaan ................................................. 44  
Afstemmen op een opgeslagen  
weergeven ............................................. 22  
DAB-service .......................................... 44  
Wat u nog meer met DAB kunt doen ....... 45  
INTRODUCTIE EEN MP3 ................. 23  
(UITSLUITEND VOOR DE KD-LH7R)  
PROBLEMEN OPLOSSEN ................ 46  
Wat is MP3? ............................................. 23  
Hoe worden MP3-bestanden opnemen  
en afgespeeld? ...................................... 23  
ONDERHOUD .............................. 48  
Omgaan met CD’s.................................... 48  
BEDIENING VAN DE MP3 ................ 25  
(UITSLUITEND VOOR DE KD-LH7R)  
SPECIFICATIES ............................ 49  
Een MP3-CD afspelen ............................. 25  
Een bestand of een bepaalde passage  
op een MP3-CD opzoeken .................... 26  
MP3-afspeelmodi selecteren ................... 28  
Hoe u de toets MODE (M) gebruikt:  
Als u op de toets MODE (M) drukt, schakelt de eenheid over naar de functiemodus en werken de  
cijfertoetsen enigszins anders.  
Als u deze toetsen nadat u op de toets MODE (M) hebt gedrukt weer als cijfertoetsen wilt  
gebruiken, moet u 5 seconden wachten zonder op een cijfertoets te drukken. De functiemodus  
wordt dan automatisch opgeheven.  
Ook als u nogmaals op de toets MODE (M) drukt, wordt de functiemodus geannuleerd.  
3
PLAATSING VAN DE TOETSEN  
Bedieningspaneel  
Het display-venster  
a
s
d
f
g
h
j k  
l
/
z
x
c
v
1 2 3  
5
6
7
8
4
9 p q w  
e
r
y
u i o ;  
t
1 De toets  
(standby/aan/attenuator)  
o De cijfertoetsen  
2 De bedieningsschijf  
; Afstandssensor  
3 De toets SEL (selecteren)  
4 Het display-venster  
Het display-venster  
a De indicator DISC  
s De indicator TRACK  
d De indicators MP3 (uitsluitend voor KD-LH7R)  
DIRECTORY, FILE  
5 De toetsen 4  
/¢  
6 De toets 5 (hoger)  
7 De toets 0 (uitwerpen)  
8 De toets (lager)  
9 De toets  
(het bedieningspaneel vrijgeven)  
f Hoofdvenster  
p De toets TP/PTY (T) (traffic programme/  
programme type)  
q De toets DISP (D) (display)  
• Deze toets kan ook als SSM-toetsen worden  
gebruikt in combinatie met de toets MODE (M).  
w De toets MODE (M)  
g De indicator voor de afspeelbron en klok  
h Indicators voor de ontvangst van de tuner  
MO (mono), ST (stereo)  
j De indicator C-EQ (custom equalizer)  
k De indicator RND (random)  
l De indicator RPT (repeat)  
/ De indicator LOUD (loudness)  
z De indicators voor de geluidsmodus  
ROCK, CLASSIC, POPS, HIP HOP, JAZZ, USER.  
x De indicator voor het volumeniveau (of  
audioniveau)  
• Deze toets kan ook als SSM-toetsen worden  
gebruikt in combinatie met de toets DISP (D)  
(display).  
e De toets FM/AM DAB  
r De toets CD/CD-CH  
t De toets EQ (equalizer)  
y De toets MO (mono)  
u De toets RPT (repeat)  
De equalizerpatroonindicator  
c De indicator CD-geplaatst  
v De indicators RDS  
AF, REG, TP, PTY  
i De toets RND (random)  
4
2. Plaats de batterij in de houder.  
De afstandsbediening  
voorbereiden  
Laat de batterij met de pluszijde (+) naar  
boven in de houder zakken zodat deze vast  
komt te liggen.  
Lithium  
De volgende beschrijvingen zijn uitsluitend  
voor de KD-LH7R.  
knoopcelbatterij  
(Productnummer:  
CR2025)  
U kunt de KD-LH5R met een los verkrijgbare  
afstandsbediening vanuit uw stoel bedienen.  
Gebruik bij voorkeur de RM-RK50  
afstandsbediening met dit toestel.  
3. Plaats de batterijhouder terug in positie.  
Druk de batterijhouder terug tot u een ‘klik’  
hoort.  
Alvorens gebruik van de afstandbediening:  
• Richt de afstandsbediening recht naar de  
afstandssensor op het hoofdtoestel. Controleer  
dat er geen obstakels in het pad liggen.  
(achterkant)  
Afstandssensor  
Gebruikke batterijen:  
WAARSCHUWING:  
• Bewaar batterij op een plek waar kinderen geen  
toegang toe hebben.  
• Zorg dat er geen direct fel licht (zonlicht of van  
een schelle lamp) op de sensor valt.  
Mocht een kind een knoopcelbatterij inslikken,  
waarschuw dan onmiddellijk een arts.  
• Laad de batterij niet opnieuw op, vermijd  
kortsluiting, haal ze niet uit elkaar, verhit ze niet  
en gooi geen batterij in het vuur.  
De batterij plaatsen  
Wanneer u merkt dat het bereik van de  
afstandsbediening afneemt, moet u de batterij  
vervangen.  
Elk van deze handelingen kan leiden tot  
oververhitting, een explosie of een steekvlam.  
• Zorg ervoor dat de batterij niet in contact komt  
met andere metalen.  
Dit kan leiden tot oververhitting, een explosie of  
een steekvlam.  
1. Verwijder de batterijhouder.  
1) Druk de batterijhouder met behulp van een  
balpen of een soortgelijk voorwerp in de  
richting van de pijl die in de afbeelding  
staat aangegeven.  
• Bescherm gebruikte batterij door deze met  
plakband af te plakken.  
2) Verwijder de batterijhouder.  
Als u dit niet doet, kan de batterij hitte vrijgeven,  
gaan lekken of brand veroorzaken.  
• Probeer de batterij nooit met bijvoorbeeld een  
naald of mes open te maken.  
Als u dit doet, kan de batterij hitte vrijgeven, gaan  
lekken of brand veroorzaken.  
(achterkant)  
LET OP:  
Leg de afstandsbediening niet op plaatsen waar het  
directe zonlicht langdurig op valt (zoals bijvoorbeeld  
op het dashboard). De afstandsbediening wordt  
anders beschadigd.  
5
3 • Voor het selecteren van de voorkeurzender  
bij het luisteren naar de radio (of de DAB-  
tuner).  
Afstandsbediening  
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, wordt  
er een voorkeurzender met een hoger nummer  
geselecteerd en wordt op het geselecteerde  
station (of service) afgestemd.  
• Verspringen naar de voorgaande disc bij het  
luisteren naar de CD-wisselaar.  
RM–RK50  
ATT  
SOUND  
1
2
5
Door iedere druk op de toets verlaagt het  
CD-nummer en start de weergave van de  
gekozen CD.  
• Verspringt naar het eerste bestand van de  
voorgaande directory (map) tijdens het  
luisteren naar een MP3 disc. Door iedere  
druk op de toets kunt u naar de voorgaande  
directory verspringen en de weergave van  
het eerste bestand starten—niet mogelijk  
met de KD-LH5R.  
U
6
7
SOURCE  
R
F
D
3
4
VOL  
VOL  
4 Deze toets heeft dezelfde functie als de  
bedieningsknop op de hoofdeenheid.  
OPMERKING: Deze toets werkt niet voor het  
aanpassen van algemene  
instellingen wijzigen.  
5 Voor het selecteren van de geluidsmodus  
(C-EQ).  
1 • Hiermee wordt de eenheid ingeschakeld als  
deze is uitgeschakeld.  
Elke keer wanneer u op de toets drukt, wordt  
er een andere geluidsmodus (C-EQ)  
geselecteerd.  
• Schakelt de eenheid uit indien u de toets  
ingedrukt houdt tot de vermelding  
“SEE YOU” op de display verschijnt.  
• Hiermee wordt het volume in korte tijd  
verminderd als u de toets heel even indrukt.  
Als u nogmaals op de toets drukt, keert het  
oude volumeniveau weer terug.  
6 Voor het kiezen van de bron.  
De bron verandert door iedere druk op de toets.  
7 • Voor het opzoeken van een zender tijdens  
het luisteren naar de radio.  
2 • Voor het selecteren van de golfband bij het  
luisteren naar de radio (of de DAB-tuner).  
De golfband verandert door iedere druk op  
deze toets.  
• Selecteert services terwijl u naar de  
DAB-tuner luistert, indien kort ingedrukt.  
• Selecteert ensembles terwijl u naar de  
DAB-tuner luistert, indien langer dan 1  
seconde ingedrukt.  
• Hiermee kunt u de track (het bestand) snel  
vooruit en achteruit spoelen als u de toets  
tijdens het beluisteren van een disk indrukt  
en ingedrukt houdt.  
• Hiermee gaat u naar het begin van de  
volgende track of het volgende bestand of  
terug naar het begin van de huidige (of  
vorige) track of het huidige (of vorige)  
bestand als u de toets tijdens het  
beluisteren van een disk indrukt en  
ingedrukt houdt.  
• Verspringen naar de volgende disc bij het  
luisteren naar de CD-wisselaar.  
Door iedere druk op de toets verhoogt het  
CD-nummer en start de weergave van de  
gekozen CD.  
• Verspringt naar het eerste bestand van de  
volgende directory (map) tijdens het  
luisteren naar een MP3 disc. Door iedere  
druk op de toets kunt u naar de volgende  
directory verspringen en de weergave van  
het eerste bestand starten—niet mogelijk  
met de KD-LH5R.  
6
BASISBEDIENING  
3
1
2
3 Regel het volume.  
De stroomtoevoer inschakelen  
Het volume verhogen.  
1 Schakel de spanning in.  
“HELLO” verschijnt op het display.  
A
Het volume verlagen.  
Opmerking over de “One Toch”-bediening:  
Bij het selecteren van tuner in stap 2 hieronder  
wordt het apparaat automatisch ingeschakeld.  
U hoeft niet op deze toets te drukken om het  
apparaat in te schakelen.  
Het door u ingestelde volumeniveau verschijnt  
2 Start de weergave van de geluidsbron.  
Indicator of audioniveau  
voor het volumeniveau  
(zie bladzijde 34)  
4 Stel het geluid in zoals u zelf wilt.  
(Zie bladzijde 29 – 31).  
Voor gebruik van de tuner (FM of AM),  
zie bladzijde 8 – 18.  
Voor het afspelen van CD’s,  
zie bladzijde 19 – 22.  
Voor het afspelen van MP3-CD,  
zie bladzijde 23 – 28.  
Voor gebruik van de CD-wisselaar,  
zie bladzijde 38 – 40.  
Voor gebruik van het externe apparaat  
(LINE IN), zie bladzijde 41.  
Voor gebruik van de DAB-tuner,  
zie bladzijde 42 – 45.  
Volume in een oogwenk zachter zetten  
Druk tijdens het luisteren naar een willekeurige  
geluidsbron kort op  
. Op het  
afleesvenster begint de tekst “ATT” te knipperen  
en het volume zal in een oogwenk dalen.  
Om het eerdere volume te herstellen, drukt u  
nogmaals kort op dezelfde toets.  
• Het geluid kan tevens weer worden hersteld  
door de regelschijf te verdraaien.  
Spanning uitschakelen  
Druk langer dan een seconde op  
.
“SEE YOU” wordt op het display getoond en het  
toestel vervolgens uitgeschakeld.  
LET OP bij het instellen van het volume:  
Bij CD’s is in vergelijking tot andere  
geluidsdragers nauwelijks sprake van  
achtergrondruis. Wanneer het volume van  
bijvoorbeeld de tuner wordt aangepast, kan het  
gebeuren dat de luidsprekers door de plotselinge  
toename van het geluid beschadigd raken. Draai  
het volume daarom voordat u een CD afspeelt  
eerst terug en pas het geluid daarna aan uw  
wensen aan.  
Indien u de stroom uitschakelt tijdens het  
beluisteren van een disc, zal de volgende  
keer bij het weer inschakelen van de stroom de  
weergave vanaf het hiervoor gestopte punt op  
de disc worden voortgezet.  
Opmerking:  
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer gebruikt,  
moet u de ingebouwde klok op de juiste wijze instellen  
zie bladzijde 32.  
7
GEBRUIK VAN DE RADIO  
Naar de radio luisteren  
2 Zoek een station.  
Druk op ¢  
Om op een bepaalde zender af te stemmen kunt  
u kiezen tussen automatisch zoeken en  
handmatig zoeken.  
afstemmen op een  
station met een  
hogere frequentie.  
Automatisch naar een station zoeken:  
Auto search  
Druk op 4  
afstemmen op een  
station met een  
lagere frequentie.  
1 Selecteer de omroepband  
(FM1 – 3, AM).  
Wanneer een station wordt ontvangen, stopt  
het zoeken.  
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u het  
zoeken wilt stoppen voordat op een zender is  
afgestemd.  
F1  
(FM 1)  
F2  
(FM 2)  
F3  
(FM 3)  
AM  
De geselecteerde omroepband wordt weergegeven.  
Opmerking:  
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,  
FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden  
kiezen om naar FM-stations te luisteren.  
8
• Als u de toets loslaat, wordt de handmatige  
modus na 5 seconden automatisch  
uitgeschakeld.  
Handmatig naar een station zoeken:  
Manual search  
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de  
frequentie veranderen (bij FM steeds met  
50 kHz en bij AM – MG/LG steeds met  
9 kHz) totdat u de toets loslaat.  
1 Selecteer de omroepband  
(FM1 – 3, AM).  
Als een FM-stereo-uitzending slecht te  
ontvangen is:  
F1  
F2  
F3  
AM  
(FM 1)  
(FM 2)  
(FM 3)  
1 Druk op de toets MODE (M) om de  
functiemodus te activeren terwijl u  
in stereo naar een  
Opmerking:  
FM-stereo-uitzending luistert.  
“MODE” verschijnt onder op het  
display en de cijfertoetsen werken  
nu als andere functietoetsen.  
Deze ontvanger heeft drie FM-banden (FM1,  
FM2 en FM3). U kunt elk van deze banden  
kiezen om naar FM-stations te luisteren.  
2 Druk op ¢  
of 4  
en houd  
deze ingedrukt tot de vermelding  
“MANU” (voor “manual”: handmatig  
zoeken) op de display begint te  
knipperen.  
2 Druk op MO (mono), terwijl  
“MODE” nog op het display wordt  
getoond zodat de indicator MO op  
het display oplicht.  
Vervolgens zal elke keer wanneer  
u op de toets MO (mono) drukt,  
gaat de indicator MO aan of uit.  
Er brandt een lampje wanneer een FM-uitzending  
in stereo wordt ontvangen.  
3 Stem af op het station van uw keuze.  
U kunt dit doen zolang de  
vermelding “MANU” op de display  
knippert.  
Als de indicator MO op de display aan is, wordt  
het geluid in mono weergegeven en verbetert  
de ontvangstkwaliteit (de indicator ST gaat uit).  
Druk op ¢  
als  
u wilt afstemmen  
op een station dat  
op een hogere  
frequentie uitzendt.  
Druk op 4  
als  
u wilt afstemmen op  
een station dat op  
een lagere  
frequentie uitzendt.  
9
Handmatig vastleggen van zenders  
U kunt handmatig maximaal 6 zenders voor iedere  
golfband (FM1, FM2, FM3 en AM) vasteleggen.  
Radiozenders in het geheugen  
vastleggen  
U kunt één van de volgende twee methoden  
gebruiken om de radiozenders in het geheugen  
vastteleggen.  
Bijv.: Een FM-zender op 88,3 MHz vastleggen  
onder nummer 1 van FM1.  
• Automatisch vasteleggen van FM-zenders:  
SSM (Strong-station Sequential Memory)  
• Handmatig vasteleggen van FM en AM-zenders  
1 Selecteer het nummer van de  
golfband (FM1 – 3, AM) waarop u  
zenders wilt vasteleggen (in dit  
voorbeeld cijfertoets FM1).  
Elke keer wanneer u op  
Automatisch vasteleggen van  
FM-zenders: SSM  
deze toets drukt, verandert  
U kunt 6 lokale FM-zenders instellen voor elke  
u de band als volgt:  
FM-golfband (FM1, FM2 en FM3).  
F1  
F2  
F3  
AM  
(FM 1)  
(FM 2)  
(FM 3)  
1 Selecteer het nummer van de  
FM-golfband (FM1 – 3) waarop u  
FM-zenders wilt vasteleggen.  
Elke keer wanneer u op  
2 Stem af op een zender (in dit  
voorbeeld op 88,3 MHz).  
deze toets drukt, verandert  
u de band als volgt:  
Druk op ¢  
als  
F1  
(FM 1)  
F2  
F3  
(FM 3)  
AM  
u wilt afstemmen op  
een station dat op  
een hogere  
(FM 2)  
frequentie uitzendt.  
Druk op 4  
als  
2 Druk op beide toetsen en houd ze  
u wilt afstemmen op  
een station dat op  
een lagere  
langer dan 2 seconden ingedrukt.  
frequentie uitzendt.  
De tekst “SSM” verschijnt op het afleesvenster en  
verdwijnt wanneer het automatisch instellen van  
radiozenders is beëindigd.  
Lokale FM-zenders met de sterkste signalen  
worden opgezocht en automatisch voor de  
gekozen golfband (FM1, FM2 of FM3) onder de  
cijfertoetsen vastgelegd — nummer 1 (laagste  
frequentie) t/m nummer 6 (hoogste frequentie).  
De voorkeuzezender die onder cijfertoets 1 is  
vastgelegd wordt na het automatisch vastleggen  
van de zenders opgeroepen.  
10  
Afstemmen op een  
voorkeuzezender  
3 Druk op de cijfertoets (in dit  
voorbeeld cijfertoets 1) en houd  
deze langer dan 2 seconden  
ingedrukt.  
U kunt in een handomdraai afstemmen op een  
vastgelegde voorkeuzezender.  
Denk eraan dat u de zenders eerst moet  
vastleggen! Zie ook de paragraaf “Radiozenders  
in het geheugen vastleggen” op bladzijde 10 en  
11, als u dat nog niet hebt gedaan.  
1 Selecteer de omroepband  
(FM1 – 3, AM).  
De geselecteerde band of het  
geselecteerde voorkeuzenummer  
en de vermelding “MEMO”  
(geheugen) verschijnt korte tijd  
beurtelings op de display.  
F1  
(FM 1)  
F2  
(FM 2)  
F3  
(FM 3)  
AM  
2 Selecteer het nummer (1 – 6) van de  
4 Herhaal bovenstaande procedure om  
andere zenders onder andere  
nummers op te slaan.  
gewenste zender.  
Opmerkingen:  
• Een eerder vastgelegde zender wordt gewist  
wanneer een hieuwe zender wordt opgeslagen onder  
hetzelfde nummer.  
• Ingestelde zenders worden gewist wanneer de  
spannings toevoer naar het geheugen wordt  
onderbroken (bijvoorbeeld bij het vervangen van de  
accu). Als dit gebeurt, moeten de zenders opnieuw  
worden ingesteld.  
11  
HET GEBRUIK VAN RDS  
Om de netwerkfunctie in te schakelen  
Wat u kunt doen met RDS  
U kunt de verschillende functies van netwerk-  
opsporing gebruiken om hetzelfde programma  
met de beste ontvangst te blijven beluisteren.  
Bij het verlaten van de fabriek is “AF” gekozen.  
RDS (Radio Data System) is een voorziening  
waarmee FM-zenders een extra signaal aan hun  
regulier programmasignaal toevoegen. Zo kan  
een FM-zender bijvoorbeeld de naam van het  
station met het programma en informatie over de  
aard of het genre van het programma meezenden,  
bijvoorbeeld of het uitgezonden programma over  
sport gaat of een muziekprogramma is.  
Een andere functie van de voorziening RDS is  
“Enhanced Other Networks”. Met behulp van de  
Enhanced Other Networks-gegevens die door het  
station worden verstuurd, kunt u op een andere  
zender van een ander netwerk afstemmen dat uw  
favoriete programma of verkeersinformatie  
uitzendt, terwijl u ondertussen naar een ander  
programma of een andere afspeelbron, zoals het  
CD, luistert.  
• AF:  
De netwerkfunctie is ingeschakeld en  
Regionalisatie is uitgeschakeld (“off”).  
Met deze instelling schakelt het  
toestel naar een andere zender van  
hetzelfde netwerk wanneer de  
ontvangst van de signalen van de  
ingestelde zender verslechtert.  
(In deze modus kan het voorkomen  
dat het nieuw te ontvangen  
programma anders is dan het  
programma dat u daarvoor ontving).  
De indicator AF licht op, maar de  
indicator REG licht niet op.  
Met de ontvangst van RDS-gegevens kan deze  
eenheid:  
• Eén en hetzelfde programma blijven volgen (De  
Netwerkfunctie)  
• AF REG: De netwerkfunctie is ingeschakeld en  
ook Regionalisatie is ingeschakeld  
(“on”).  
• Standby staan voor de ontvangst van  
verkeersinformatie (TA – Traffic  
Announcement”) of uw favoriete programma  
• Zoeken naar een bepaald programmagenre  
(PTY – “Programme Type”)  
Met deze instelling schakelt het  
toestel naar een andere zender van  
hetzelfde netwerk die hetzelfde  
programma uitzendt, wanneer de  
ontvangst van de signalen van de  
ingestelde zender verslechtert.  
Zowel de indicator AF als de indicator  
REG lichten op.  
• Programma zoeken  
• En er zijn nog enkele andere functies waarover  
u bij de ontvangst van RDS-signalen kunt  
beschikken.  
Eén en hetzelfde programma blijven  
volgen (De netwerkfunctie)  
Als u in een gebied rijdt waarin de ontvangst van  
FM-signalen te wensen overlaat, zal de tuner die  
in deze eenheid is ingebouwd automatisch  
overschakelen naar een andere RDS-zender van  
hetzelfde station dat hetzelfde programma  
uitzendt, maar dan met een sterker  
• OFF:  
De netwerkfunctie is uitgeschakeld.  
De indicator AF en de indicator REG  
lichten allebei niet op.  
Indicator REG  
uitzendsignaal. Op die manier kunt u dus naar uw  
favoriete programma blijven luisteren en bent u  
verzekerd van de best mogelijke ontvangst,  
ongeacht waar in het ontvangstgebied u rijdt (zie  
de afbeelding op de volgende pagina).  
Indicator AF  
Er zijn twee soorten RDS-gegevens die ervoor  
zorgen dat u uw favoriete programma tijdens uw  
rit kunt blijven volgen: de PI (Programme  
Identification) gegevens, en de AF (Alternative  
Frequency) gegevens.  
Alleen als de ontvangst van allebei deze signalen  
van een RDS-station goed zijn, kunt u uw  
favoriete programma blijven volgen. Als een of  
beide signalen niet goed worden ontvangen,  
werkt deze voorziening niet.  
Opmerking:  
Als er een DAB-tuner is aangesloten en alternatieve  
ontvangst (voor DAB-services) is ingeschakeld, is  
automatisch ook de netwerkfunctie ingeschakeld  
(“AF”). De netwerkfunctie kan echter niet worden  
uitgeschakeld zonder de alternatieve ontvangst uit te  
schakelen. (Zie bladzijde 45).  
12  
Het gebruik van TA standby ontvangst  
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd  
deze ten minste 2 seconden  
Met TA standby ontvangst kunt u tijdelijk  
overschakelen naar verkeersinformatie (TA)  
uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde  
afspeelbron luistert (zoals een FM-zender, CD of  
een andere aangesloten afspeelbron).  
ingedrukt, zodat een van de PSM-  
vermeldingen op de display wordt  
weergegeven. (PSM: zie bladzijde 33).  
TA standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u  
naar een AM-zender luistert.  
2 Selecteer de vermelding “AF-REG  
(alternatieve frequentie/regionale  
ontvangst)” als deze niet al meteen  
op de display wordt weergegeven.  
Druk op TP/PTY (T) om TA standby ontvangst te  
activeren.  
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal de TP  
indicator oplichten of knipperen.  
TA standby ontvangst is geactiveerd indien  
de TP indicator is opgelicht.  
“TRAFFIC” verschijnt op het display zodra  
een zender verkeersinformatie start uit te  
zenden. Het toestel stemt nu automatisch op  
deze zender af. Het volume wordt op het  
reeds vastgelegde TA volumeniveau (zie  
bladzijde 17) gesteld en u hoort de  
verkeersinformatie.  
3 Selecteer de gewenste modus –  
“AF”,AF REG” of “OFF”.  
TA standby ontvangst is nog niet geactiveerd  
indien de TP indicator knippert. De zender  
die wordt ontvangen levert namelijk geen  
signalen die voor TA standby ontvangst zijn  
vereist.  
4 Voltooi de instelling.  
Om TA standby ontvangst nu te activeren  
moet u op een andere zender afstemmen die  
wel deze signalen uitstuurt. Druk op ¢  
of 4  
zoeken.  
om een dergelijke zender op te  
De TP indicator stopt te knipperen en licht  
continu op zodra een zender met deze  
signalen is gevonden. TA standby ontvangst  
is nu geactiveerd.  
In deze afbeelding ziet u hoe hetzelfde  
programma via verschillende frequenties kan  
worden ontvangen.  
7 Met een andere bron dan FM ingesteld, zal  
de TP indicator oplichten.  
“TRAFFIC” verschijnt op het display zodra een  
zender verkeersinformatie start uit te zenden.  
Het toestel verandert nu automatisch van bron  
en stemt op deze zender af.  
Programma 1  
op frequentie A  
Programma 1  
op frequentie E  
Voor het uitschakelen van TA standby  
ontvangst, drukt u nogmaals op TP/PTY (T).  
Programma 1  
op frequentie B  
Programma 1  
op frequentie C  
Programma 1  
13  
op frequentie D  
Het gebruik van PTY standby ontvangst  
Met PTY standby ontvangst kunt u tijdelijk  
overschakelen naar uw favoriete  
4 Voltooi de instelling.  
programmagenre (PTY: Programmagenre)  
uitzendt, terwijl u naar de door u geselecteerde  
afspeelbron luistert (zoals een FM-zender, CD of  
een andere aangesloten afspeelbron).  
PTY standby ontvangst is niet mogelijk wanneer u  
naar een AM-zender luistert.  
7 Met FM als huidige bron ingesteld, zal  
de PTY indicator oplichten of knipperen.  
• PTY standby ontvangst is geactiveerd  
indien de PTY indicator is opgelicht.  
Zodra een zender een programma van  
het gekozen programmatype start uit  
te zenden, stemt het toestel op deze  
zender.  
U kunt uw favoriete programma voor PTY  
standby ontvangst kiezen.  
Bij het verlaten van de fabriek, is PTY standby  
ontvangst uitgeschakeld. (“OFF” is voor PTY  
standby ontvangst gekozen).  
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd  
deze ten minste 2 seconden  
• PTY standby ontvangst is nog niet  
geactiveerd indien de PTY indicator  
knippert. De zender die wordt  
ontvangen levert namelijk geen  
signalen die voor PTY standby  
ontvangst zijn vereist.  
ingedrukt, zodat een van de PSM-  
vermeldingen op de display wordt  
weergegeven. (PSM: zie bladzijde 33).  
Om PTY standby ontvangst nu te  
activeren moet u op een andere  
zender afstemmen die wel deze  
signalen uitstuurt. Druk op ¢  
om een dergelijke zender op  
te zoeken.  
De PTY indicator stopt te knipperen en  
licht continu op zodra een zender met  
deze signalen is gevonden. PTY  
of  
4
2 Selecteer de vermelding “PTY STBY  
(standby)” als deze niet al meteen op  
de display wordt weergegeven.  
standby ontvangst is nu geactiveerd.  
7 Met een andere bron dan FM  
ingesteld, zal de PTY indicator  
oplichten.  
Zodra een zender een programma van  
het gekozen programmatype start uit te  
zenden, verandert het toestel  
automatisch van bron en wordt op deze  
zender afgestemd.  
3 Selecteer een van de 29 PTY-codes die  
beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 18).  
De naam van de  
PTY-code die u  
selecteert, wordt op de  
display weergegeven en  
in het geheugen  
Voor het uitschakelen van PTY standby  
ontvangst, kiest u “OFF” in de hier links  
beschreven procedure stap 3. De PTY indicator  
dooft.  
opgeslagen.  
• Selecteer “OFF” om  
PTY standby ontvangst  
te annuleren.  
14  
Uw favoriete programmagenre opzoeken  
2 Selecteer een van de 29 PTY-codes die  
beschikbaar zijn. (Zie bladzijde 18).  
U kunt een gewenste PTY-code opzoeken.  
Daarbij kunt u uw 6 favoriete programmatypen  
voor het later gemakkelijk opzoeken onder de  
cijfertoetsen vastleggen.  
Bij het verlaten van de fabriek, standaard liggen  
de volgende zes programmagenres achter de  
cijfertoetsen (1 t/m 6) opgeslagen.  
De naam van de PTY-  
code die u selecteert,  
wordt op de display  
weergegeven.  
Zie de informatie hieronder voor een uitleg over  
het opslaan van uw favoriete  
programmagenres.  
Zie bladzijde 16 voor een uitleg over het  
zoeken van uw favoriete programma.  
3 Druk de gewenste cijfertoets in en  
houd deze minste 2 seconden vast  
om de geselecteerde PTY-code op te  
slaan onder de cijfertoets van uw  
keuze.  
3
1
2
POP M  
ROCK M  
EASY M  
6
4
5
CLASSICS  
AFFAIRS  
VARIED  
Uw favoriete programmagenres in het  
geheugen opslaan  
De vermelding “MEMO” en de geselecteerde  
codenaam knipperen beurtelings op de  
display en daarna knippert alleen de  
geselecteerde codenaam op de display.  
1 Druk op TP/PTY (T) in en houd deze  
ten minste 2 seconden ingedrukt  
terwijl u naar een FM-zenders luistert.  
4 Druk op TP/PTY (T) in en houd deze  
ten minste 2 seconden ingedrukt.  
De PTY-code die als laatste werd  
geselecteerd, verschijnt op de display.  
15  
Een programmagenre opzoeken  
Andere nuttige RDS-functies  
en het maken van  
aanpassingen  
1 Druk op TP/PTY (T) in en houd deze  
ten minste 2 seconden ingedrukt  
terwijl u naar een FM-zenders luistert.  
De weergave op de display wijzigen  
terwijl u naar een FM-zender luistert  
U kunt de basisaanduiding op het display  
veranderen naar de zendernaam (PS NAME),  
zenderfrequentie (FREQ) of tijdens het luisteren  
naar een FM RDS-zender.  
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen  
wijzigen (PSM)”, op bladzijde 32 en 33.  
De PTY-code die als laatste werd  
geselecteerd, verschijnt op de display.  
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten  
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de  
PSM-vermeldingen op de display wordt  
weergegeven.  
2 Selecteer een van de PTY-codes.  
2 Druk op ¢  
of 4  
om de vermelding  
“TU DISP (weergavemodus van de tuner)” te  
selecteren.  
OF  
3 Draai aan de bedieningsschijf om de gewenste  
instelling te selecteren (“PS NAME” of “FREQ”).  
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te  
voltooien.  
Opmerking:  
Door op DISP (D) te drukken kunt u de weergave op  
de display ook wijzigen wanneer u naar een FM-  
zender luistert dat RDS-signalen uitzendt.  
Elke keer wanneer u op deze toets drukt, verschijnt de  
volgende informatie op de display:  
Bijv: Met “ROCK M” gekozen.  
Zendersnaam  
(PS NAME)  
3 Druk op ¢  
of 4  
om het PTY-  
zoeken naar uw gewenste programma  
te starten.  
Frequentie zender  
(FREQ)  
• Als er een station is dat een programma uitzendt  
en daarbij een PTY-signaal meezendt dat  
overeenkomt met de PTY-code die u hebt  
geselecteerd, stemt de eenheid automatisch op  
dat station af.  
Programmagenre  
(PTY)  
• Als er geen station is dat een programma uitzendt  
en daarbij een PTY-signaal meezendt dat  
overeenkomt met de PTY-code die u hebt  
geselecteerd, blijft de eenheid afgestemd op het  
station dat al was geselecteerd.  
Na enkele seconden keert de display terug naar de  
oorspronkelijke weergave.  
Opmerking:  
In sommige gebieden werkt het zoeken met PTY-codes  
niet goed.  
16  
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten  
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de  
PSM-vermeldingen op de display wordt  
weergegeven.  
Automatische selectie van een station  
bij gebruik van de cijfertoetsen  
Normaliter zal de eenheid wanneer u op een van  
de cijfertoetsen drukt automatisch afstemmen op  
de vooraf ingestelde voorkeurzender.  
Als deze zender een RDS-zender is, gebeurt er  
echter iets anders. Als het ontvangen signaal niet  
sterk genoeg is, gaat de eenheid op basis van de  
AF-gegevens namelijk automatisch op zoek naar  
een andere, sterkere zender die hetzelfde  
programma uitzendt als de voorkeurzender die  
u hebt gekozen (dit wordt Programma zoeken  
genoemd).  
2 Druk op ¢  
of 4  
om de vermelding  
TA VOL(volume) te selecteren.  
3 Draai aan de bedieningsschijf om het gewenste  
volume te selecteren.  
U kunt het volume instellen op een waarde van  
“VOL 00” tot “VOL 50”.  
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te  
voltooien.  
• Omdat het uitvoeren van de zoekopdracht  
enige tijd in beslag neemt, duurt het even tot er  
op een ander station wordt afgestemd.  
Automatisch aanpassen van de klok  
De tijd die de klok weergeeft die in deze eenheid  
is ingebouwd wordt automatisch aangepast aan  
de tijdgegevens (CT – Clock Time) die met het  
RDS-signaal van een zender worden  
meegezonden.  
Hoe u deze voorziening activeert, wordt  
hieronder uitgelegd.  
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen  
wijzigen (PSM)”, op bladzijde 32 en 33.  
Als u wilt dat de klok niet automatisch wordt  
aangepast, moet u de onderstaande procedure  
volgen.  
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen  
wijzigen (PSM)”, op bladzijde 32 en 33.  
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten  
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de  
PSM-vermeldingen op de display wordt  
weergegeven.  
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten  
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van de  
PSM-vermeldingen op de display wordt  
weergegeven.  
2 Druk op ¢  
of 4  
om de vermelding  
“P(Programma)-SEARCH” te selecteren.  
3 Draai de bedieningsschijf met de wijzers van de  
klok mee en selecteer “ON”.  
2 Druk op ¢  
of 4  
om de vermelding  
De voorziening Programma zoeken is nu  
ingeschakeld.  
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te  
voltooien.  
“AUTO ADJ” (aanpassen) te selecteren.  
3 Draai de bedieningsschijf tegen de wijzers van  
de klok in om “OFF” te selecteren.  
U hebt het automatisch aanpassen van de klok  
nu uitgeschakeld.  
Als u het zoeken naar een programma wilt  
beëindigen, herhaalt u de bovenstaande  
procedure, maar selecteert u in stap 3 de  
vermelding “OFF” door de draaiknop tegen de  
wijzers van de klok in te draaien.  
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te  
voltooien.  
Als u het aanpassen van de klok opnieuw wilt  
activeren, moet u de procedure herhalen en in  
stap 3 “ON” selecteren door de bedieningsschijf  
met de wijzers van de klok mee te draaien.  
Het volumeniveau voor  
verkeersinformatie instellen  
Het is mogelijk om voor de TA standby ontvangst  
van verkeersinformatie op te geven met welk  
geluidsvolume u deze informatie wilt horen. In dat  
geval zal het geluid zodra er verkeersinformatie  
wordt ontvangen, worden aangepast aan het  
volume dat u hebt ingesteld.  
Opmerking:  
Nadat u voor “AUTO ADJ” de instelling “ON” hebt  
gekozen, dient u de eenheid tenminste 2 minuten op  
hetzelfde station afgestemd te houden, anders wordt de  
klok niet aangepast. (Dit is nodig omdat de eenheid  
maximaal 2 minuten nodig heeft om de tijdgegevens in  
het RDS-signaal te ontvangen en verwerken).  
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen  
wijzigen (PSM)”, op bladzijde 32 en 33.  
17  
PTY-codes  
NEWS:  
Nieuws  
CHILDREN: Amusement voor kinderen  
AFFAIRS:  
Actualiteiten en achtergrond  
informatie aangaande het  
nieuws  
Informatieve programma’s over  
diverse verscillende  
onderwerpen  
SOCIAL:  
Programma’s over sociale  
activiteiten  
RELIGION: Programma’s over aspecten  
van geloof en religie,  
INFO:  
aangaande het bestaan en  
ethiek  
SPORT:  
Sportverslagen  
PHONE IN: Programma’s waarin mensen  
via de telefoon of een publiek  
forum hun meningen kunnen  
uiten  
EDUCATE: Educatieve programma’s  
DRAMA: Radio-hoorspelen  
CULTURE: Programma’s aangaande  
nationale of regionale cultuur  
TRAVEL:  
Programma’s over reizen en  
bestemmingen, georganiseerde  
reizen en ideeën en  
SCIENCE:  
Wetenschappelijke en  
technische programma’s  
Overige programma’s,  
bijvoorbeeld ceremonies en  
comedies  
Popmuziek  
Rockmuziek  
Easy-listening muziek  
Lichte muziek  
VARIED:  
mogelijkheden voor vacanties  
Programma’s over recreatieve  
bezigheden, bijvoorbeeld  
tuinieren, koken, vissen, enz.  
Jazz-muziek  
LEISURE:  
JAZZ:  
POP M:  
ROCK M:  
EASY M:  
LIGHT M:  
CLASSICS: Klassieke muziek  
OTHER M: Overige muziek  
WEATHER: Weerberichten  
COUNTRY: Country-muziek  
NATION M: Huidige populaire muziek van  
een bepaald land of gebied in  
de taal van het land of gebied  
OLDIES:  
FOLK M:  
Gouwe-Ouwe  
Folk-muziek  
FINANCE:  
Programma’s aangaande  
handel en de beurs en  
beursberichten, enz.  
DOCUMENT: Programma’s over feitelijke  
gebeurtenissen, vaak  
gepresenteerd in een  
onderzoekende stijl  
18  
GEBRUIK VAN DE CD-SPELER  
Een CD afspelen  
1 Open het bedieningspaneel.  
De indicator CD gaat aan.  
Totale afspeeltijd van Totaal aantal Muziekstukken  
de CD die in de CD- op de CD die in de CD-lade  
lade is geplaatst  
is geplaatst  
2 Plaats een disc in de lade.  
De eenheid gaat aan,  
pakt een CD en begint  
automatisch te spelen.  
De bronaanduiding  
verandert naar de  
tijd van de klok  
indien “CLOCK” op  
“ON” is gesteld.  
muziekstuk (Zie bladzijde 34).  
Huidige  
Verstreken  
afspeeltijd  
3 Sluit het besturingspaneel met de  
hand.  
Opmerkingen:  
• Met reeds een disc in de lade geplaatst, zal de CD-  
weergave starten wanneer u “CD” als bron kiest.  
• De disc wordt automatisch uitgeworpen (als het  
bedieningspaneel is geopend) indien u de disc  
ondersteboven heeft geplaatst. “PLEASE” en  
“EJECT” worden afwisselend getoond indien het  
bedieningspaneel is gesloten.  
• Wanneer u een andere afspeelbron selecteert, stopt  
het afspelen van de CD (alleen nu zonder dat de CD  
uit de laadopening naar voren komt).  
Bij het later weer kiezen van “CD” als bron, zal de  
CD-weergave starten vanaf het punt waar u  
hiervoor was gestopt.  
19  
Stoppen met afspelen en de CD terug laten Naar het volgende of vorige muziekstuk gaan  
springen  
Druk op 0.  
Druk tijdens het afspelen  
van een CD kort op  
¢
om naar het  
De CD stopt met spelen, het bedieningspaneel  
gaat open en de CD wordt automatisch uit de  
lade vrijgegeven.  
begin van het volgende  
muziekstuk te gaan.  
Telkens wanneer u  
meerdere malen op deze  
toets drukt, wordt het  
begin van het  
Als u tijdens het afspelen van de CD overschakelt  
wordt het afspelen van de CD eveneens  
beëindigd (deze keer zonder dat de CD wordt  
vrijgegeven).  
eerstvolgende  
muziekstuk gezocht en  
afgespeeld.  
Opmerkingen:  
Druk tijdens het afspelen  
van een CD kort op  
• Als de teruggesprongen CD niet binnen ongeveer 15  
seconden uit de CD-lade wordt verwijderd, wordt de  
CD automatisch opnieuw in de CD-lade geplaatst,  
zodat hij niet stoffig wordt. (Deze keer wordt niet  
automatisch met afspelen begonnen).  
4
om naar het  
begin van het huidige  
muziekstuk te gaan.  
Telkens wanneer u  
meerdere malen op deze  
toets drukt, wordt het  
begin van het vorige  
muziekstuk gezocht en  
afgespeeld.  
• U kunt de CD uit de CD-lade laten springen  
wanneer het apparaat is uitgezet.  
Een muziekstuk of een  
bepaald punt op de CD zoeken  
Direct naar een bepaald muziekstuk gaan  
Het muziekstuk versneld vooruit of  
achteruit afspelen  
Druk tijdens het afspelen  
van een CD op ¢  
en houd deze toets  
ingedrukt om het  
muziekstuk versneld  
vooruit af te spelen.  
Druk op de cijfertoets die bij een bepaald  
muziekstuk hoort, om het afspelen van dat  
muziekstuk te laten beginnen.  
• Om een muziekstuk met nummer 1 – 6 te  
selecteren:  
Druk kort op 1 (7) – 6 (12).  
• Om een muziekstuk met nummer 7 – 12 te  
selecteren:  
Druk tijdens het afspelen  
van een CD op 4  
en houd deze toets  
ingedrukt om het  
muziekstuk achteruit af  
te spelen.  
Druk op 1 (7) – 6 (12) en houd de cijfertoets  
langer dan 1 seconde ingedrukt.  
20  
Muziekstukken meerdere keren afspelen  
(Repeat Play)  
U kunt het huidige muziekstuk meerdere keren  
afspelen.  
Afspeelmodus selecteren  
Muziekstukken in willekeurige volgorde  
afspelen (Random Play)  
U kunt alle muziekstukken van de CD in  
willekeurige volgorde afspelen.  
1 Druk op de toets MODE (M) om de  
functiemodus te activeren terwijl u  
een CD afspeelt.  
“MODE” verschijnt onder op het  
display en de cijfertoetsen werken  
nu als andere functietoetsen.  
1 Druk op de toets MODE (M) om de  
functiemodus te activeren terwijl u  
een CD afspeelt.  
“MODE” verschijnt onder op het  
display en de cijfertoetsen werken  
nu als andere functietoetsen.  
2 Druk op RPT (repeat), terwijl  
“MODE” nog op het display wordt  
getoond zodat de indicator RPT op  
het display oplicht.  
2 Druk op RND (random), terwijl  
“MODE” nog op het display wordt  
getoond zodat de indicator RND  
op het display oplicht.  
Vervolgens zal elke keer wanneer  
u op de toets RPT (repeat) drukt,  
de herhaald afspeelmodus voor  
CD’s worden in- of uitgeschakeld.  
Vervolgens zal elke keer wanneer  
u op de toets RND (random) drukt,  
de willekeurige afspeelmodus voor  
worden in- of uitgeschakeld.  
Nummer van het muziekstuk dat  
wordt afgespeeld  
De indicator RPT  
De indicator RND  
Wanneer deze functie is ingeschakeld, licht de  
indicator RPT op de display op en wordt de  
geselecteerde track bij herhaling afgespeeld.  
Wanneer de Random Play-modus wordt  
aangezet, zal op het display de indicator RND  
oplichten en worden de muziekstukken in  
willekeurige volgorde afgespeeld.  
21  
Voorkomen dat de CD  
terugspringt  
U kunt voorkomen dat de CD uit de lade springt  
door deze in de lade te vergrendelen.  
De tekst van een CD met CD  
Text weergeven  
Op een CD met CD Text is informatie opgenomen  
zoals de titel van de CD, de naam van de  
uitvoerende artiest en de titel van de tracks.  
Het is mogelijk om deze informatie op de display  
weer te geven.  
Druk op de CD/CD-CH en tegelijkertijd  
minimaal 2 seconden op de  
.
Selecteer tijdens het afspelen van een  
CD met CD Text de afspeelmodus die  
tekst kan weergegeven.  
A
Elke keer wanneer u op deze  
toets drukt, verandert u de  
display als volgt:  
Titel van het  
Titel van de CD / Artiest  
muziekstuk  
De vermelding “NO EJECT” knippert gedurende  
5 seconden op de display. De CD is nu  
vergrendeld en kan niet meer uit de CD-lade  
terugspringen.  
Nummer huidige track en  
verstreken speeltijd  
Als u de vergrendeling van de CD in de  
CD-lade wilt opheffen, drukt u nogmaals  
gedurende minimaal 2 seconden op de  
terwijl u tegelijk op de CD/CD-CH drukt.  
Opmerkingen:  
• De DISC indicator licht op wanneer de disctitel/  
zanger(es) wordt getoond.  
De TRACK indicator licht op wanneer de  
fragmenttitel wordt getoond.  
• Het display toont maximaal 8 tekens tegelijkertijd en  
de overige tekens verschijnen rollend indien er meer  
dan 8 tekens zijn.  
Bepaalde tekens of symbolen worden niet getoond  
(een blanco verschijnt) op het display.  
(B.v. “ABCå!d#” ]“ABCA D ”)  
“EJECT OK” gaat gedurende 5 seconden  
• “NO NAME” verschijnt voor de disctitel/zanger(es)  
en de fragmenttitel indien u bij weergave van een  
normale CD op DISP (D) drukt.  
knipperen op de display. De CD is ontgrendeld.  
22  
INTRODUCTIE EEN MP3  
De volgende beschrijvingen zijn uitsluitend  
voor de KD-LH7R.  
Waarschuwingen met betrekking tot het  
maken van MP3-bestanden op CD-R’s en  
CD-RW’s  
Deze eenheid kan alleen MP3-bestanden lezen die  
de bestandsindeling hebben die voldoet aan deze  
normen: ISO 9660 Niveau 1 Niveau 2 of Joliet.  
Wat is MP3?  
MP3 is de afkorting van een lange Engelse term:  
Motion Picture Experts Group (of MPEG) Audio  
Layer 3*. Kort gezegd is MP3 een indeling voor  
gegevensbestanden met een  
compressieverhouding van 1:10 (128 Kbps**). Dit  
houdt in dat u met de MP3-bestandsindeling 10  
keer zoveel gegevens op een CD-R of CD-RW  
kunt zetten dan er op een gewone muziek-CD  
past.  
Hoe worden MP3-bestanden  
opnemen en afgespeeld?  
MP3-“bestanden of -tracks” worden tijdens het  
opnemen “mappen” geplaatst, zoals deze in  
computertermen worden genoemd.  
Tijdens de opnameprocedure kunnen bestanden  
en mappen op dezelfde manier worden geordend  
als dat bij bestanden en mappen met  
computergegevens kan.  
De “hoofdmap” is de bovenste map in de  
hiërarchie met mappen en bestanden. Elk  
bestand en elke map vallen onder de hoofdmap  
en kunnen vanuit de hoofdmap worden  
benaderd.  
* Deze speler is niet geschikt voor data die met de  
Layer 1 en 2 formaten zijn gecodeerd.  
** Bit-rate is het gemiddelde aantal bits dat er voor 1  
seconde aan audio nodig is. De bit-rate wordt  
uitgedrukt in Kbps, ofwel kilobits per seconde (1000  
bits/seconde). Hoe hoger de bit-rate, hoe beter de  
geluidskwaliteit. De meest gangbare bit-rate voor het  
coderen van audio is 128 Kbps.  
Deze eenheid is uitgerust met een MP3-decoder.  
Dit betekent dat het mogelijk is om MP3-  
bestande (tracks) af te spelen die op CD-R,  
CD-RW en CD-ROM zijn opgenomen.  
In welke volgorde bestanden worden afgespeeld,  
doorzocht, en in welke volgorde mappen met  
MP3-bestanden worden doorzocht, wordt  
bepaald door de encoding-toepassing die de  
muziek in MP3-indeling omzet. De  
afspeelvolgorde kan dus anders zijn dan wat u in  
gedachte hebt als u de mappen en bestanden  
opneemt.  
Compatibel met ID3v1  
In elk MP3-bestand kan aanvullende informatie  
worden opgeslagen, zoals de albumtitel, naam  
van de uitvoerende artiest, titel van de song, jaar  
van de opname, genre en een korte opmerking.  
Op de volgende pagina is te zien hoe MP3-  
bestanden op CD-R en CD-RW worden  
opgenomen, afgespeeld en hoe deze met deze  
eenheid worden opgezocht.  
Deze eenheid kan dergelijk informatie (albumtitel,  
naam van de uitvoerende artiest en titel van de  
song), die ID3v1-tags worden genoemd, op de  
display weergeven. (Zie bladzijde 36).  
• Sommige tekens kunnen niet op de juiste  
manier worden weergegeven.  
Opmerkingen:  
• Deze eenheid kan CD-ROM’s met MP3-bestanden  
lezen, maar als er op de CD-ROM ook bestanden in  
een andere indeling dan MP3-bestanden staan, kost  
het de eenheid meer tijd de disk te doorzoeken. De  
aanwezigheid van andere bestandsindelingen kan  
ook een storing in de eenheid veroorzaken.  
• De eenheid kan geen MP3-bestanden lezen of  
schrijven als deze niet de extensie mp3 hebben.  
• Deze eenheid is niet compatibel met Playlist*.  
• Deze eenheid is niet compatibel met ID3v2.  
Andere kenmerken van deze eenheid:  
• Maximaal aantal mappen/bestanden: 289  
(Totaal)  
• Beschikbare tekens voor map/bestandnaam:  
A–Z, 0–9, _ (underscore)  
• Maximaal aantal tekens voor bestandsnamen  
(ISO 9660 Niveau 1): 12 (inclusief  
scheidingsteken—“.” en  
* Een playlist is een eenvoudig tekstbestand, zoals  
deze op PC’s worden gebruikt, waarmee gebruikers  
zelf de afspeelvolgorde van de bestanden kunnen  
bepalen zonder de bestanden fysiek opnieuw te  
ordenen.  
extensie—“mp3”)  
(ISO 9660 Niveau 2): 31 (inclusief  
scheidingsteken—“.en  
extensie—“mp3”)  
(Joliet): 64 (inclusief  
scheidingsteken—“.en  
extensie—“mp3”)  
• Maximaal aantal tekens voor mapnaam: 64  
23  
De configuratie van MP3-mappen en bestanden  
ROOT  
01  
02  
04  
08  
1
2
3
4
03  
05  
09  
10  
11  
20  
21  
5
6
06  
07  
22  
23  
24  
12  
8
7
9
13  
14  
15  
16  
17  
18  
19  
: Hoofdmap  
ROOT  
: Onderliggende  
mappen  
01  
: MP3-  
bestanden  
Opmerking:  
Er is geen limiet qua aantal hiërarchieniveaus (mappen dat onder). Voor een stabiele werking wordt  
echter maximaal 8 hiërarchieniveaus aanbevolen.  
MP3’s afspeelvolgorde en zoekvolgorde  
• De cijfers die naast de MP3-bestanden ( ) zijn omcirkeld geven de afspeelvolgorde en de  
zoekvolgorde van de MP3-bestanden aan. Normaalgesproken speelt deze eenheid MP3-  
bestanden af in de volgorde waarin deze zijn opgenomen.  
• De cijfers in de mappen geven de afspeelvolgorde en zoekvolgorde van de mappen op de MP3-  
CD aan. Normaalgesproken speelt deze eenheid MP3-bestanden in de mappen af in de volgorde  
waarin deze zijn opgenomen.  
24  
BEDIENING VAN DE MP3  
De volgende beschrijvingen zijn uitsluitend  
voor de KD-LH7R.  
Zie ook de paragraaf “GEBRUIK VAN DE  
CD-SPELER” op bladzijde 19 – 22.  
Een MP3-CD afspelen  
De indicator CD-geplaatst gaat aan.  
1 Open de bedieningspaneel.  
Bijv.: Als op de CD 13 mappen en 125 MP3-  
bestanden staan.  
Opmerkingen:  
2 Plaats een MP3-CD in de lade.  
• Alle bestanden op de disk worden herhaald tot u het  
afspelen beëindigt—de functie All File Repeat Play.  
• MP3-CD vragen iets meer leestijd.  
Het toestel trekt de  
disc verder. De  
weergave start  
(De hoeveelheid tijd is afhankelijk van de  
complexiteit van de map- en de configuratie).  
• Indien u van bron verandert of de stroom  
uitschakelt, zal de MP3 weergave stoppen (zonder  
de disc uit te werpen). De volgende keer dat u de  
disc als bron kiest of de stroom inschakelt, zal de  
MP3 weergave vanaf het hiervoor gestopte punt  
worden voortgezet.  
automatisch vanaf het  
eerste bestand van de  
eerste directory (map)  
nadat de disc eenmaal  
is afgetast.  
3 Sluit het besturingspaneel met de  
hand.  
Vervolgens wordt de volgende informatie op  
de display weergegeven:  
De indicator CD-geplaatst gaat aan.  
25  
De display-informatie wijzigen  
Een bestand of een bepaalde  
passage op een MP3-CD  
opzoeken  
U kunt tijdens het afspelen van een  
MP3-bestand andere  
bestandsinformatie op de display  
weergeven.  
Elke keer wanneer u op de toets  
DISP (D) drukt, wordt er andere  
informatie op de display  
Bestand snel vooruit of achteruit spoelen  
Druk tijdens het afspelen  
van een MP3-CD op de  
weergegeven en wel als volgt:  
toets ¢  
en houdt  
de toets ingedrukt als u  
het bestand wilt  
• Met “TAG DISP” op “TAG ON” gesteld  
(standaardinstelling: zie bladzijde 36)  
De naam album/naam artiest  
(Mapnaam*)  
terugspoelen.  
Druk tijdens het afspelen  
van een MP3-CD op de  
toets 4  
en houdt  
de toets ingedrukt als u  
het bestand vooruit wilt  
spoelen.  
Titel van de track (Bestandsnaam*)  
Opmerking:  
Tijdens deze bediening hoort u uitsluitend  
onderbroken geluid. (De verstreken speeltijd verandert  
tevens onderbroken op het display).  
Verstreken speeltijd  
(met nummer track)  
* Als een MP3-bestand geen ID3-tag heeft,  
worden de mapnaam en bestandsnaam  
weergegeven.  
Naar een volgend of vorig bestand gaan  
Druk tijdens het afspelen  
kort op de toets ¢  
als u naar het begin van  
het volgende bestand wilt  
gaan. Elke keer wanneer  
u op deze toets drukt,  
wordt het begin van een  
volgend bestand  
• Met “TAG DISP” op “TAG OFF” gesteld  
Mapnaam  
Bestandsnaam  
opgezocht en afgespeeld.  
(Zie de paragraaf “MP3’s  
afspeelvolgorde en  
zoekvolgorde” op  
bladzijde 24).  
Verstreken speeltijd  
(met nummer track)  
Druk tijdens het afspelen  
kort op de toets 4  
als u naar het begin van  
het huidige bestand wilt  
gaan. Elke keer wanneer  
u op deze toets drukt,  
wordt het begin van een  
vorig bestand opgezocht  
en afgespeeld.  
Opmerking:  
Op de display kunnen maximaal 8 tekens tegelijk  
worden weergegeven. Als de informatie uit meer dan 8  
tekens bestaat, loopt de tekst automatisch van rechts  
naar links over de display.  
Zie ook de paragraaf “De modus voor lopende tekst  
selecteren – SCROLL” op bladzijde 35.  
(Zie de paragraaf “MP3’s  
afspeelvolgorde en  
zoekvolgorder” op  
Stoppen met afspelen en de CD terug laten  
springen  
bladzijde 24).  
Druk op de toets 0.  
Het afspelen stopt, het bedieningspaneel komt  
naar beneden geschoven en de disk wordt uit de  
laadopening uitgeworpen.  
26  
Rechtstreeks naar een bepaalde map gaan Verspringen naar de volgende directory  
(map)  
BELANGRIJK:  
Als u mappen rechtstreeks met behulp van de  
cijfertoetsen wilt selecteren, dient elke map  
aan het begin van de mapnaam een twee-  
cijferig getal zijn toegekend. (Dit kan alleen  
worden gedaan tijdens het op CD-R of CD-  
RW opnemen van de MP3-bestanden).  
Bijv.: Als de mapnaam “01 ABC” is  
Druk kort op 5 (hoger) tijdens weergave van een  
Drukt op 1 om rechtstreeks  
MP3 disc.  
naar map “01 ABC” te gaan.  
Door iedere volgende druk op de toets wordt de  
Als de mapnaam “1 ABC” is  
volgende directory opgezocht (en het eerste  
Drukken op 1 werkt niet.  
bestand van deze directory afgespeeld, indien  
opgenomen).  
Als de mapnaam “12 ABC” is  
Druk op 6 (12) en houdt de  
toets ingedrukt om naar map  
“12 ABC” te gaan.  
Opmerking:  
Indien een directory geen MP3 bestanden heeft, zal  
deze worden overgeslagen.  
Als u op de cijfertoets druk die overeenkomt met  
het mapgetal begint het afspelen bij het eerste  
bestand in de geselecteerde map.  
Verspringen naar de voorgaande directory  
(map)  
• Als u een mapgetal van 01 – 06 wilt selecteren:  
Druk kort op 1 (7) – 6 (12).  
• Als u een mapgetal van 07 – 12 wilt selecteren:  
Druk op 1 (7) – 6 (12) en houdt de toets  
minimaal 1 seconde ingedrukt.  
Druk kort op (lager) tijdens weergave van een  
MP3 disc.  
Door iedere volgende druk op de toets wordt de  
voorgaande directory opgezocht (en het eerste  
bestand van deze directory afgespeeld, indien  
opgenomen).  
Opmerkingen:  
• Als “MP3” op de display knippert nadat u een map  
hebt geselecteerd, betekent dit dat er in die map  
geen MP3-bestanden aanwezig zijn.  
• Het is niet mogelijk een map rechtstreeks te kiezen  
met een getal dat groter is dan 12.  
Druk als u een bepaald bestand in een map  
Opmerking:  
wilt selecteren op de toets ¢  
of 4  
Indien een directory geen MP3 bestanden heeft, zal  
nadat u de map hebt geselecteerd.  
deze worden overgeslagen.  
27  
Tracks herhaaldelijk afspelen van bestanden  
(Repeat Play)  
MP3-afspeelmodi selecteren  
Tracks in willekeurige volgorde afspelen van  
bestanden (Random Play)  
U kunt alle bestanden van de MP3 disc in een  
willekeurige volgorde weergeven.  
U kunt het huidige bestand of alle bestanden van  
de huidige directory herhaald afspelen.  
1
Druk op de toets MODE (M)  
terwijl er een MP3-CD wordt  
afgespeeld. De eenheid  
schakelt over op de  
1
Druk op de toets MODE (M)  
terwijl er een MP3-disc wordt  
afgespeeld. De eenheid  
schakelt over op de  
functiemodus.  
2
Druk op RPT (repeat), terwijl  
“MODE” nog op het display  
wordt getoond zodat de  
indicator RPT op het display  
oplicht.  
functiemodus.  
2
Druk op RND (random),  
terwijl “MODE” nog op het  
display wordt getoond zodat  
de indicator RND op het  
display oplicht.  
Elke keer wanneer u op de  
toets RPT (repeat), wordt er  
een andere modus voor het  
herhaald afspelen van tracks  
geselecteerd, en wel in deze  
volgorde:  
Elke keer wanneer u op de  
toets RND (random), wordt er  
een andere modus voor het  
in willekeurige volgorde  
afspelen van tracks  
RPT1  
RPT2  
geselecteerd, en wel in deze  
volgorde:  
Uit, geen aanduiding  
Nummer van het muziekstuk  
dat wordt afgespeeld  
RND1  
RND2  
Uit, geen aanduiding  
De indicator RPT  
De indicator RND  
Indicator  
RPT  
Modus  
Herhaling van...  
Indicator Afspelen in  
Modus  
RPT 1  
Licht op  
Het huidige bestand (of  
een geselecteerd  
bestand).  
RND  
willekeurige volgorde  
RND1  
RND2  
Licht op Alle bestanden in de  
huidige map.  
RPT 2  
Knippert  
Alle bestanden in de  
huidige map (of de  
geselecteerde map).  
Knippert Van alle bestanden op de  
disc.  
28  
GELUID REGELEN  
Geluid aanpassen  
2 Pas het niveau aan.  
U kunt de geluidskarakteristieken naar wens  
instellen.  
Het niveau verhogen.  
1 Selecteer de functie die u wilt  
Het niveau verlagen.  
aanpassen.  
Elke keer wanneer u op  
deze toets drukt, wordt de  
aanpasbare tijd als volgt  
gewijzigd:  
BAS  
TRE  
FAD  
(bas)  
(treble)  
(faden)  
Het patroon op de indicator  
voor de equalizer verandert  
wanneer u de weergave van  
lage of hoge tonen aanpast.  
BAL  
VOL  
LOUD  
(balans)  
(volume)  
(loudness)  
Opmerking:  
Indicatie  
Doel:  
Bereik  
Standaard wordt met de toets bedieningsschijf het  
volume afgesteld. Het is dus niet nodig om eerst de  
vermelding “VOL” te selecteren als u het volume wilt  
aanpassen.  
BAS  
Bastonen  
aanpassen.  
–06 (min.)  
|
+06 (max.)  
TRE  
Treble aanpassen. –06 (min.)  
|
+06 (max.)  
FAD*  
Evenwicht tussen  
voor- en  
achterspeakers  
aanpassen.  
R06 (Alleen  
achterin)  
|
F06 (Alleen  
voorin)  
BAL  
Evenwicht tussen  
linker- en  
L06 (Alleen  
links)  
rechterspeaker  
aanpassen.  
|
R06 (Alleen  
rechts)  
LOUD  
Versterkt de lage  
en hoge  
LOUD ON  
frequenties voor  
een goed-  
|
gebalanceerd  
geluid bij een  
laag volumeniveau.  
LOUD OFF  
VOL  
Het volume.  
aanpassen.  
00 (min.)  
|
50 (max.)  
* Als u een systeem met twee speakers gebruikt moet u  
faden op “00” zetten.  
29  
Selecteren van vastgelegde  
geluidsfuncties  
Indicatie  
Voor:  
Vastgestelde waarden  
BAS TRE LOUD  
USER  
ROCK  
(Neutraal  
geluid)  
00  
00  
+01  
–02  
+01  
00  
OFF  
(C-EQ: custom equalizer)  
Rock of  
disco muziek  
+03  
+01  
+04  
+02  
ON  
U kunt een van de reeds vastgelegde  
geluidsfuncties (C-EQ: custom equalizer) kiezen  
die bij de af te spelen muziek past.  
• Voor het uitvoeren van de onderstaande  
stappen geldt een tijdslimiet. Als de procedure  
wordt afgebroken voordat u deze hebt voltooid,  
moet u opnieuw bij stap 1 beginnen.  
CLASSIC Klassieke  
muziek  
OFF  
OFF  
ON  
POPS  
Populaire  
muziek  
HIP HOP Funk of  
Rap muziek  
Jazz muziek +02  
JAZZ  
+03  
OFF  
1 Druk op MODE (M).  
“MODE” verschijnt onder op  
het display en de cijfertoetsen  
werken nu als andere  
functietoetsen.  
Opmerking:  
U kunt iedere geluidsmodus naar wens instellen en  
vervolgens in het geheugen vastleggen.  
Zie “Geluidsweergave aanpassen en opslaan” op  
bladzijde 31 voor details aangaande het instellen en  
vastleggen van de oorspronkelijke geluidsmodus.  
2 Druk op EQ (equalizer) terwijl  
“MODE” nog op het display wordt  
getoond.  
Afzonderlijk vastleggen van een  
geluidsmodus voor iedere  
weergavebron (C-EQ Link)  
U kunt voor een bron een geluidsfunctie kiezen en  
in het geheugen vastleggen. Deze geluidsfunctie  
wordt vervolgens iedere keer bij het kiezen van  
deze bron opgeroepen en de overeenkomende  
aanduiding verschijnt op het display.  
De laatst gekozen  
geluidsfunctie wordt  
opgeroepen en voor de  
ingestelde bron gebruikt.  
U kunt een geluidsfunctie voor iedere volgende  
bron vastleggen — FM1, FM2, FM3, AM, CD en  
externe componenten.  
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen  
wijzigen (PSM)”, op bladzijde 32 en 33.  
De indicator voor de geluidsmodus knippert.  
Bijv.: Indien u hiervoor “USER” had gekozen.  
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten  
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van  
de PSM-vermeldingen op de display wordt  
weergegeven.  
3 Selecteer de gewenste geluidsmodus.  
Elke keer wanneer u op deze  
toets drukt, verandert u de  
geluidsmodus als volgt:  
2 Druk op ¢  
of 4  
om de vermelding  
“CEQ LINK” (Custom Equalizer Link) te  
selecteren.  
3 Draai de bedieningsschijf met de wijzers van  
de klok mee en selecteer “LINK ON”.  
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te  
voltooien.  
USER  
JAZZ  
ROCK  
CLASSIC  
POPS  
HIP HOP  
Voor het annuleren van C-EQ Link, moet u de  
procedure herhalen, maar in stap 3 de  
vermelding “LINK OFF” selecteren.  
Opmerking:  
Bij het veranderen van de “CEQ LINK” instelling, wordt  
de geluidsfunctie (C-EQ) automatisch naar “USER”.  
De indicator voor de geluidsmodus knippert.  
Bijv.: Als u “ROCK” kiest.  
30  
Met “CEQ LINK” op “LINK ON” gesteld  
De gekozen geluidsfunctie kan voor de huidige  
bron in het geheugen worden vastgelegd.  
Wanneer u later naar deze bron schakelt, zal  
de daarvoor gekozen geluidsfunctie worden  
opgeroepen en de aanduiding daarvan op het  
display worden getoond. De C-EQ indicator  
knippert tevens.  
3 Selecteer de geluidsmodus die u wilt  
aanpassen.  
4 Selecteer de onderdelen die u wilt  
aanpassen.  
Met “CEQ LINK” op “LINK OFF” gesteld  
Het effect van de gekozen geluidsfunctie wordt  
voor iedere bron gebruikt.  
• Zie bladzijde 29 voor  
meer informatie.  
Geluidsweergave aanpassen  
en opslaan  
Het is mogelijk om de geluidskarakteristieken aan  
uw eigen wensen aan te passen en in het  
geheugen op te slaan.  
5 Pas het niveau aan.  
Om het niveau te  
verhogen.  
• Voor het uitvoeren van de onderstaande  
stappen geldt een tijdslimiet. Als de procedure  
wordt afgebroken voordat u deze hebt voltooid,  
moet u opnieuw bij stap 1 beginnen.  
Om het niveau te  
verlagen.  
1 Druk op MODE (M).  
“MODE” verschijnt onder op  
het display en de cijfertoetsen  
werken nu als andere  
functietoetsen.  
2 Druk op EQ (equalizer) terwijl  
“MODE” nog op het display wordt  
getoond.  
Het patroon op de indicator voor de equalizer  
verandert wanneer u de weergave van lage of hoge  
tonen aanpast.  
De laatst gekozen  
geluidsfunctie wordt  
opgeroepen en voor de  
ingestelde bron gebruikt.  
Bijv.: Als u “TRE” aanpast.  
6 Herhaal stappen 4 en 5 voor het  
instellen van andere onderdelen.  
7 Herhaal dezelfde procedure als u  
andere geluidsmodi wilt aanpassen.  
De indicator voor de geluidsmodus knippert.  
Bijv.: Indien u hiervoor “ROCK” had gekozen.  
De fabrieksinstellingen herstellen, herhaal de  
procedure en ken de fabrieksinstellingen toe. U  
vind deze in de tabel op deze bladzijde 30.  
31  
ANDERE HOOFDFUNCTIES  
Voor het controleren van informatie tijdens  
weergave, drukt u op DISP (D).  
Klok instellen  
Door iedere druk op de toets wordt de overige  
informatie (de kloktijd of de bronnaam) even  
boven op het display getoond.  
Door op DISP (D) te drukken wanneer het  
toestel is uitgeschakeld, verschijnt de kloktijd  
ongeveer 5 seconden.  
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd  
deze ten minste 2 seconden ingedrukt,  
zodat een van de PSM-vermeldingen  
op de display wordt weergegeven.  
(Zie bladzijde 33).  
De algemene instellingen  
wijzigen (PSM)  
Het is mogelijk om de instellingen voor de items die  
op de volgende bladzijde staan vermeld te wijzigen.  
2 Stel het uur in.  
Basisprocedure  
1 Selecteer de vermelding “CLOCK H (uur)”  
als deze al niet meteen op de display  
wordt weergegeven.  
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd  
deze ten minste 2 seconden  
ingedrukt, zodat een van de PSM-  
vermeldingen op de display wordt  
weergegeven. (Zie bladzijde 33).  
2 Pas het uur aan.  
1
2
3 Stel de minuten in.  
2 Selecteer het item waarvan u de  
instelling wilt wijzigen. (Zie bladzijde  
33).  
1 Selecteer de vermelding “CLOCK M  
(minuten)”.  
2 Pas de minuten aan.  
1
2
3 Wijzig het PSM-item dat u hebt  
geselecteerd.  
4 Stel de uuraanduiding in.  
1 Selecteer de vermelding “24H/12H”.  
2 Selecteer de vermelding “24H” of “12H”.  
1
2
4 Herhaal stap 2 en 3 als u de andere  
PSM-items wilt aanpassen.  
5 Voltooi de instelling.  
5 Voltooi de instelling.  
32  
Modus met voorkeursinstellingen (PSM)-onderdelen  
2
1
3
Stel in...  
Fabrieksin-  
stellingen  
Zie  
blz.  
Tegen  
de  
wijzers van  
de klok in  
Met de  
wijzers  
van de  
klok mee  
Houd.  
Selecteer...  
CLOCK H  
CLOCK M  
CEQ LINK  
Instellen van het uur  
Terug  
Terug  
Verder  
0:00  
LINK OFF  
24H  
32  
30, 34  
32  
Verder  
Instellen van de minuten  
In geheugen vastgelegde  
geluidsfunctie  
LINK OFF  
12H  
LINK ON  
24H/12H  
24/12-uur aanduiding voor  
de klok  
24H  
ON  
AUTO ADJ  
Automatische instellen van  
de klok  
OFF  
OFF  
ON  
17  
CLOCK  
TU DISP  
AF-REG  
Weergave van de klok  
ON  
ON  
34  
16  
Weergavemodus van de tuner  
FREQ  
AF  
PS NAME  
AF REG  
PS NAME  
Alternatieve frequentie/  
Regionale ontvangst  
AF  
12  
OFF*  
PTY STBY  
TA VOL  
PTY-standby  
29 programmatypen  
(zie bladzijde18)  
OFF  
OFF  
14  
Volume voor  
verkeersinformatie  
VOL 00 — VOL 50  
VOL 20  
OFF  
17  
17  
45  
45  
P-SEARCH  
Programme zoeken  
OFF  
AF OFF  
ON  
DAB AF**  
Zoeken naar alternatieve  
frequenties  
AF ON  
AF ON  
DAB VOL**  
DAB volume-instelling  
Niveaudisplay  
DAB VOL –12 tot DAB VOL 12 DAB VOL 00  
OFF  
AUDIO 1  
AUDIO 2  
LEVEL  
34  
34  
AUDIO 2  
AUTO  
AUTO  
OFF  
OFF  
DIMMER***  
Dimmermodus  
ON  
MUTING 1  
TEL  
Audiodemping voor  
cellulaire telefoonsystemen  
OFF  
ON  
34  
35  
MUTING 2  
BEEP  
Pieptoon bij toetsbediening  
Modus voor lopende tekst  
OFF  
ON  
ONCE  
AUTO  
SCROLL  
ONCE  
CHANGER  
TAG ON  
35  
35  
35  
OFF  
EXT IN****  
Extern apparaat  
CHANGER  
TAG OFF  
LINE IN  
TAG ON  
TAG DISP*** Weergave van tags  
Druk op SEL (selecteren) om het instellen te voltooien.  
Wordt alleen weergegeven indien de “DAB AF” op “AF OFF” gesteld.  
*
** Wordt alleen weergegeven indien de DAB-tuner is aangesloten.  
*** Uitsluitend voor de KD-LH7R.  
**** Wordt alleen weergegeven indien een van de volgende afspeelbronnen is geselecteerd: FM, AM en CD.  
33  
De instelling voor de dimmerfunctie  
selecteren – DIMMER  
(Uitsluitend voor de KD-LH7R)  
Instellen van Custom Equalizer Link  
CEQ LINK  
U kunt een verschillende geluidsfunctie (C-EQ)  
voor iedere bron in het geheugen vastleggen. De  
geluidsfunctie wordt automatisch verandert al  
naar gelang de bron die u kiest.  
Bij het inschakelen van de koplampen van de  
auto wordt de verlichting van de display  
automatisch gedimd (de functie Auto Dimmer).  
Bij het verlaten van de fabriek is de functie Auto  
Dimmer van de eenheid standaard ingeschakeld.  
Bij het verlaten van de fabriek is deze functie  
geannuleerd.  
• LINK ON: Verschillende geluidsfuncties voor  
verschillende bronnen.  
• LINK OFF: Dezelfde geluidsfunctie voor alle  
bronnen.  
• AUTO:  
• OFF:  
De functie Auto Dimmer is  
ingeschakeld.  
De functie Auto Dimmer is  
uitgeschakeld.  
• ON:  
De display wordt gedimd.  
Opmerking:  
Weergave van de klok selecteren – CLOCK  
Het is mogelijk om de klok op de display weer te  
geven of juist niet weer te geven wanneer de  
eenheid is ingeschakeld.  
Bij het verlaten van de fabriek is de klok  
standaard ingesteld om op de display te worden  
weergegeven.  
Het kan zijn dat de functie Auto Dimmer van deze  
eenheid bij bepaalde voertuigen niet goed werkt,  
vooral niet bij voertuigen met een bedieningsfunctie  
voor de dimmer.  
In dergelijke gevallen moet u de dimmerfunctie op  
“ON” of “OFF” instellen.  
• ON:  
Weergave van de klok op de  
display is ingeschakeld.  
Audiodemping voor mobiele  
telefoongesprekken selecteren – TEL  
Deze modus wordt gebruikt wanneer er een  
cellulair telefoonsysteem is aangesloten.  
Selecteer afhankelijk van het telefoonsysteem dat  
u gebruikt “MUTING 1” of “MUTING 2”.  
Welke dempingsmogelijkheid u kiest, hangt af  
van de vraag welke instelling het geluid het beste  
dempt.  
• OFF:  
De tijdsaanduiding staat uit. In de  
stand “OFF” verschijnt in plaats  
van de tijd de naam van de  
geselecteerde geluidsbron of van  
het geselecteerde golfgebied  
(behalve wanneer “LINE IN” als  
afspeelbron is geselecteerd).  
Bij het verlaten van de fabriek is deze modus  
standaard uitgeschakeld.  
De niveau-indicator selecteren – LEVEL  
U kunt zelf opgeven welk niveau op de display  
moet worden weergegeven.  
Standaard is bij het verlaten van de fabriek de  
instelling “AUDIO 2” geselecteerd.  
• MUTING 1: Selecteer deze modus als u  
hiermee het geluid kunt dempen.  
• MUTING 2: Selecteer deze modus als u  
hiermee het geluid kunt dempen.  
• OFF:  
Hiermee wordt de audiodemping  
voor telefoongesprekken  
uitgeschakeld.  
• AUDIO 1: Niveaumeter wordt van onder naar  
boven verlicht.  
• AUDIO 2: Beurtelings niveaumeter  
(bewegend van beneden naar  
boven) en verlichting.  
• OFF:  
De indicator voor het  
geluidsniveau verdwijnt.  
34  
Opmerking:  
Geluid bij het aanraken van de toetsen  
in- en uitschakelen – BEEP  
Het is mogelijk om het geluid dat u hoort bij het  
aanraken van de toetsen uit te schakelen als u  
deze geluiden storend vindt.  
Aanwijzingen omtrent het aansluiten van de KS-U57  
Line Input Adapter op het externe apparaat treft u aan  
in de Handleiding voor installatie/aansluiting (aparte  
publicatie).  
Bij het verlaten van de fabriek is de functie voor  
het weergeven van geluid bij het aanraken van de  
toetsen echter ingeschakeld.  
Het weergeven van tags in- en  
uitschakelen – TAG DISP  
(Uitsluitend voor de KD-LH7R)  
• ON:  
Hiermee schakelt u het geluid bij  
het aanraken van de toetsen in.  
Hiermee schakelt u het geluid bij  
het aanraken van de toetsen uit.  
In een MP3-bestand kan bestandsinformatie  
liggen opgeslagen in een zogeheten “ID3-tag”. In  
dit label kan informatie liggen opgeslagen zoals  
de naam van het album, de artiest, de titel van de  
track, enz.  
• OFF:  
Er zijn twee versies: ID3v1 (ID3-tag, versie 1) en  
ID3v2 (ID3-tag ,versie 2). Deze eenheid kan  
alleen informatie van het type ID3v1 verwerken.  
Bij het verlaten van de fabriek wordt de functie  
voor het weergeven van tags op de eenheid  
ingeschakeld “TAG ON”.  
De modus voor lopende tekst selecteren  
SCROLL  
Wanneer de informatie van een CD uit meer dan  
8 tekens bestaat, is het handig om dit als lopende  
tekst op de display weer te geven. Deze functie  
wordt Scroll Mode genoemd.  
Bij het verlaten van de fabriek staat deze functie  
standaard ingesteld op “ONCE”, waardoor  
informatie éénmaal als lopende tekst op de  
display wordt weergegeven.  
TAG ON:  
Weergave van informatie in ID3-  
tags is ingeschakeld tijdens het  
afspelen van MP3-bestanden.  
* Als een MP3-bestand geen  
ID3-tag heeft, worden de  
mapnaam en bestandsnaam  
weergegeven.  
• ONCE:  
De lopende tekst wordt slechts één  
keer weergegeven.  
• AUTO:  
De lopende tekst wordt nóg een  
keer weergegeven (met  
Opmerking:  
tussenpozen van 5 seconden).  
De functie Scroll Mode staat uit.  
Als u tijdens het afspelen van een  
MP3-bestand de instelling wijzigt  
van “TAG OFF” naar “TAG ON”,  
wordt het weergeven van informatie  
die in tags ligt opgeslagen vanaf het  
volgende bestand geactiveerd.  
• OFF:  
Het externe apparaat selecteren – EXT IN  
Het externe apparaat kan met behulp van de  
KS-U57 Line Input Adapter (niet meegeleverd) op  
de ingang van de CD-wisselaar worden  
aangesloten.  
Als u het externe apparaat via deze eenheid als  
afspeelbron wilt gebruiken, moet u bepalen welk  
onderdeel – de CD-wisselaar of het externe  
apparaat – u wilt gebruiken.  
TAG OFF:  
Weergave van informatie in ID3-  
tags is uitgeschakeld tijdens het  
afspelen van MP3-bestanden.  
(Alleen de mapnaam en de  
bestandsnaam worden  
weergegeven).  
Bij het verlaten van de fabriek is de CD-wisselaar  
standaard als extern apparaat geselecteerd.  
• LINE IN:  
Voor een ander apparaat dan de  
CD-wisselaar.  
• CHANGER: De CD-wisselaar gebruiken.  
35  
Namen aan bronnen  
toekennen  
4 Verplaats de cursor naar de positie  
voor het volgende (of het vorige) teken.  
De volgende beschrijvingen zijn uitsluitend  
voor de KD-LH7R.  
U kunt namen voor discs invoeren (zowel voor  
discs in dit toestel als in de CD-wisselaar).  
De naam die u toekent, wordt vervolgens op de  
display weergegeven wanneer u het  
desbetreffende apparaat selecteert.  
5 Herhaal stap 3 en 4 tot u de volledige  
naam die u wilde invoeren hebt  
opgegeven.  
Bronnen  
Maximaal aantal tekens  
CD’s*  
32 tekens  
(maximaal 40 CD’s)  
* Het is niet mogelijk een naam toe te kennen aan een  
CD met CD Text of een MP3-CD.  
6 Voltooi de procedure terwijl het  
laatst geselecteerde teken knippert.  
1 Selecteer een bron waaraan u een  
naam wilt toekennen.  
De stroom wordt  
automatisch ingeschakeld  
wanneer u een bron kiest.  
De ingevoerde tekens verwijderen  
Volg de bovenstaande procedure en voer nu in  
plaats van tekens spaties in.  
2 Druk op de toets SEL (selecteren) en  
houdt deze gedurende minimaal 2  
seconden ingedrukt terwijl u op  
DISP (D) drukt.  
Beschikbare tekens  
A
K
B
L
V
5
C
M
W
6
D
N
X
7
E
O
Y
8
F
P
Z
9
G
Q
0
H
R
1
/
I
J
S
2
<
T
3
>
U
4
spatie  
Opmerkingen:  
Als u probeert een naam toe te kennen aan een 41e  
CD, verschijnt de vermelding “NAME FULL” op de  
display om aan te geven dat u geen naam kunt  
toekennen. (Verwijder in dit geval namen die u niet  
wilt).  
Wanneer er een CD-wisselaar is aangesloten, kunt u  
ook namen toekennen aan CD’s in de CD-wisselaar.  
De namen kunnen ook op de display worden  
weergegeven als u de CD’s in deze eenheid plaatst.  
Deze tekens worden tevens gebruikt bij het tonen  
van ID3 tags van de MP3 disc.  
Bijv.: Indien u een “CD” als bron selecteert.  
3 Selecteer het gewenste teken.  
• Zie de volgende  
kolom voor de  
beschikbare tekens.  
Bepaalde tekens of symbolen worden niet getoond  
(een blanco verschijnt) op het display.  
(Bijv. “ABCå!d#” ]“ABCA D ”)  
36  
Hoe moet u het bedieningspaneel weer  
op zijn plaats bevestigen?  
Bedieningspaneel verwijderen  
U kunt het bedieningspaneel verwijderen,  
wanneer u uit de auto stapt.  
1 Stop de rechterkant van het  
bedieningspaneel in de uitsparing  
op de houder.  
U moet het bedieningspaneel voorzichtig  
verwijderen en weer op zijn plaats bevestigen,  
zodat de connectors op de achterkant van het  
bedieningspaneel en de houder van het  
bedieningspaneel niet worden beschadigd.  
Hoe moet u het bedieningspaneel  
verwijderen?  
Voordat u het bedieningspaneel verwijdert, moet  
u er zeker van zijn dat de spanning is  
uitgeschakeld.  
2 Druk op de linkerkant van het  
bedieningspaneel totdat dit in de  
houder vastzit.  
1 Ontgrendel het bedieningspaneel.  
2 Druk het bedieningspaneel iets  
omhoog en trek naar u toe van het  
apparaat.  
Opmerking over het reinigen van de connectors:  
Als u het bedieningspaneel vaak verwijdert, zullen  
de connectors op een gegeven moment minder  
goed gaan functioneren.  
Om deze mogelijkheid tot het minimum te  
beperken, moet u de connectors van tijd tot tijd met  
een met alcohol bevochtigde katoenen doek  
schoonmaken. Zorg ervoor dat u de connectors  
daarbij niet beschadigt.  
3 Stop het losgemaakte  
bedieningspaneel in het daarvoor  
bestemde doosje.  
Connectors  
37  
GEBRUIK VAN DE CD-WISSELAAR  
We raden u aan bij uw eenheid alleen gebruik te  
maken van de CH-X-serie.  
Raadpleeg uw JVC auto-audiohandelaar voor de  
juiste verbindingen indien u een andere  
automatische CD-wisselaar heeft.  
CD’s afspelen  
Selecteer de automatische CD-wisselaar  
(CD-CH).  
CD  
CD-CH*  
• Bijv. Als u een CD-wisselaar uit de KD-MK serie  
hebt, hebt u een kabel (KS-U15K) nodig om deze  
met het apparaat te verbinden.  
Alvorens uw automatische CD-wisselaar te  
gebruiken:  
* U kunt de CD-wisselaar niet kiezen indien u “EXT  
IN” op “LINE IN” heeft gesteld (zie bladzijde 35).  
• Lees de instructies door die bij uw  
CD-wisselaar zijn geleverd.  
Het afspelen begint bij de eerste muziekstuk van  
de eerste CD.  
Alle muziekstuks van alle CD’s worden  
afgespeeld.  
• Als er geen CD’s in de houder van de  
CD-wisselaar aanwezig zijn of wanneer de  
CD’s ondersteboven in de houder zitten,  
verschijnt op het afleesvenster de tekst  
“NO DISC”. Als dit gebeurt, moet u de  
houder verwijderen en de CD’s op de juiste  
wijze in de houder plaatsen.  
Verstreken  
afspeeltijd  
Nummer van  
het muziekstuk  
CD-nummer**  
• Als op het afleesvenster de tekst “RESET 1”  
– “RESET 8” verschijnt, is er iets fout met de  
verbinding tussen dit apparaat en de  
CD-wisselaar. Als dit gebeurt, moet u de  
verbinding controleren, de verbindings-  
kabel(s) stevig vastmaken. En dan op de  
resetknop van de CD-wisselaar drukken.  
** Als voor “CLOCK” de instelling “ON” is gekozen  
(zie bladzijde 34), wordt het CD-nummer  
vervangen door de tijd.  
Opmerking over de “One Toch”-bediening:  
Wanneer u op CD/CD-CH drukt, wordt automatisch  
de spanning ingeschakeld. U hoeft niet op  
te drukken om de spanning in te schakelen.  
38  
Het muziekstuk versneld vooruit of  
achteruit afspelen  
Naar een volgende of voorgaande disc gaan  
Druk tijdens weergave van  
een disc op 5 om naar de  
volgende disc te gaan.  
Druk tijdens het afspelen  
van een CD op ¢  
en houd deze toets  
ingedrukt om het  
muziekstuk versneld  
vooruit af te spelen.  
Door iedere volgende druk  
op de toets, wordt het  
eerste fragment van de  
volgende disc opgezocht  
en vervolgens afgespeeld.  
Druk tijdens weergave van  
een disc op om naar de  
voorgaande disc te gaan.  
Door iedere volgende  
druk op de toets, wordt  
het eerste fragment van  
de voorgaande disc  
Druk tijdens het afspelen  
van een CD op 4  
en houd deze toets  
ingedrukt om het  
muziekstuk achteruit af te  
spelen.  
opgezocht en vervolgens  
afgespeeld.  
Naar het volgende of vorige muziekstuk gaan  
Direct naar een bepaalde CD gaan  
Druk op de nummertoets die correspondeert met  
het nummer van de CD om het afspelen te laten  
beginnen (tijdens weergave van de CD-wisselaar).  
Druk tijdens het afspelen  
van een CD kort op  
¢
om naar het  
begin van het volgende  
muziekstuk te gaan.  
Telkens wanneer u  
meerdere malen op deze  
toets drukt, wordt het  
begin van het  
eerstvolgende  
muziekstuk gezocht en  
afgespeeld.  
• Nummer 1 – 6 selecteren:  
Druk kort op 1 (7) – 6 (12).  
• Nummer 7 – 12 selecteren:  
Druk kort op 1 (7) – 6 (12) en houd deze toets  
langer dan 1 seconde ingedrukt.  
Druk tijdens het afspelen  
van een CD kort op  
4
om naar het  
Verstreken  
afspeeltijd  
Nummer van  
het muziekstuk  
begin van het huidige  
muziekstuk te gaan.  
Telkens wanneer u  
meerdere malen op deze  
toets drukt, wordt het  
begin van het vorige  
muziekstuk gezocht en  
afgespeeld.  
CD-nummer*  
* Als voor “CLOCK” de instelling “ON” is gekozen  
(zie bladzijde 34), wordt het CD-nummer  
vervangen door de tijd.  
De tekst van een CD met CD Text  
weergeven  
U kunt alleen informatie van CD’s met CD Text  
weergeven wanneer er een automatisch CD-  
wisselaar van JVC is aangesloten die is uitgerust  
met de mogelijkheid om CD Text te lezen.  
Zie de paragraaf “De tekst van een CD met CDText  
weergeven” op bladzijde 22 voor meer informatie.  
39  
Muziekstukken meerdere keren afspelen  
(Repeat Play)  
Afspeelmodus selecteren  
Muziekstukken in willekeurige volgorde  
afspelen (Random Play)  
1 Druk op de toets MODE (M) om de  
functiemodus te activeren terwijl u  
een CD afspeelt.  
1 Druk op de toets MODE (M) om de  
functiemodus te activeren terwijl u  
een CD afspeelt.  
“MODE” verschijnt onder op het  
display en de cijfertoetsen werken  
nu als andere functietoetsen.  
“MODE” verschijnt onder op het  
display en de cijfertoetsen werken  
nu als andere functietoetsen.  
2 Druk op RPT (repeat), terwijl  
“MODE” nog op het display wordt  
getoond zodat de indicator RPT op  
het display oplicht.  
2 Druk op RND (random), terwijl  
“MODE” nog op het display wordt  
getoond zodat de indicator RND  
op het display oplicht.  
Vervolgens zal elke keer wanneer  
u op de toets RPT (repeat) drukt,  
verandert de weergave op de  
display en wel als volgt:  
Vervolgens zal elke keer wanneer  
u op de toets RND (random) drukt,  
verandert de weergave op de  
display en wel als volgt:  
RPT1  
RPT2  
Uit, geen aanduiding  
RND1  
RND2  
Uit, geen aanduiding  
Nummer van het muziekstuk  
dat wordt afgespeeld  
De indicator indicator-RND gaat aan.  
Bijv.: Als u “RND1” kiest.  
De indicator indicator-RPT gaat aan.  
Bijv.: Als u “RPT1” kiest.  
Indicator  
RPT  
Afspelen in  
willekeurige volgorde  
Indicator  
RND  
Herhaling van...  
Modus  
Modus  
RPT1  
Licht op  
Het spelende (of  
ingestelde) fragment.  
RND1  
Licht op  
Alle muziekstukken van  
de huidige CD, daarna  
de muziekstukken van de  
volgende CD enzovoorts.  
RPT2  
Knippert  
Alle fragmenten van de  
spelende (of ingestelde)  
disc.  
RND2  
Knippert Alle muziekstukken van  
alle CD’s in de CD-  
houder.  
40  
BEDIENING VAN HET EXTERNE APPARAATEN  
Externe apparatuur afspelen  
U kunt het externe component met de CD-  
wisselaaraansluiting op het achterpaneel  
verbinden middels de KS-U57 lijningangsadapter  
(niet bijgeleverd).  
2 Schakel het aangesloten apparaat  
aan en start het afspelen van de  
afspeelbron.  
3 Stel het volume.  
Voorbereiding:  
• Aanwijzingen omtrent het aansluiten van de  
KS-U57 Line Input Adapter op het externe apparaat  
treft u aan in de Handleiding voor installatie/  
aansluiting (aparte publicatie).  
• Alvorens u het externe apparaat volgens de  
onderstaande instructies gaat bedienen, moet u  
ervoor zorgen dat u de juiste externe ingang hebt  
geselecteerd. (Zie de paragraaf “Het externe  
apparaat selecteren – EXT IN” op bladzijde 35).  
4 Stel het geluid in zoals u zelf wilt.  
(Zie bladzijde 29 – 31).  
1 Selecteer het externe apparaat  
(LINE IN).  
CD  
LINE IN  
• Als de vermelding “LINE IN” niet op de display  
verschijnt, verwijzen we u naar bladzijde 35.  
Selecteer in zo’n geval de externe ingang  
(“LINE IN”).  
• Wordt alleen weergegeven indien een van de  
volgende afspeelbronnen is geselecteerd: FM,  
AM en CD.  
Opmerking over de “One Toch”-bediening:  
Wanneer u op CD/CD-CH drukt, wordt automatisch  
de spanning ingeschakeld. U hoeft niet op  
te drukken om de spanning in te schakelen.  
41  
BEDIENING VAN DE DAB-TUNER  
We raden u aan om in combinatie met deze  
Afstemmen op een ensemble  
en op een van de services  
eenheid DAB-tuner KT-DB1500 te gebruiken.  
Neem contact op met de JVC-dealer in auto-  
accessoires als u een andere DAB-tuner hebt.  
• Zie ook de instructies die bij de DAB-tuner  
werden geleverd.  
Een ensemble bestaat doorgaans uit 6 of meer  
programma’s (services) die tegelijkertijd worden  
uitgezonden. Nadat u op een ensemble hebt  
afgestemd, kunt u kiezen naar welke service u  
wilt luisteren.  
Wat is het DAB-system?  
DAB is een van de digitale radiozendsystemen  
die momenteel in gebruik zijn. Met deze  
technologie is het mogelijk CD’s af te spelen  
met hoge geluidskwaliteit zonder storingen en  
signaalvervorming.  
Alvorens u begint....  
Druk korte tijd op DAB (FM/AM) als het CD, de  
CD-wisselaar of een extern apparaat de huidige  
afspeelbron is.  
U kunt er zelfs tekst, afbeeldingen en  
gegevens mee versturen.  
1 Selecteer de DAB-tuner  
Elke keer wanneer u op de  
toets drukt en houdt, wordt  
de DAB-tuner of de FM/AM-  
tuner geselecteerd.  
In tegenstelling tot FM-uitzendingen, waarbij  
elk programma op een aparte frequentie wordt  
uitgezonden, worden bij DAB verschillende  
programma’s (die “services” worden genoemd)  
met elkaar gecombineerd tot een “ensemble”.  
Alleen wanneer u een DAB-tuner op deze  
eenheid aansluit, kunt u van deze DAB-  
services gebruik maken.  
DAB  
FM/AM  
2 Selecteer de DAB-band (DAB1,  
DAB2 of DAB3).  
Elke keer wanneer u op de  
toets drukt, verandert u de  
DAB-band als volgt:  
D1  
(DAB 1)  
D2  
(DAB 2)  
D3  
(DAB 3)  
Opmerking:  
Deze ontvanger is uitgerust met drie DAB-  
banden (DAB1, DAB2, DAB3). U kunt met elke  
DAB-band op een ensemble afstemmen.  
42  
De informatie op de display wijzigen  
wanneer u op een ensemble afstemt  
Normaliter wordt de naam van de service op de  
display weergegeven.  
Druk op DISP (D) als u andere informatie op de  
display wilt weergeven.  
3 Zoek een ensemble op.  
Druk op ¢  
afstemmen op een  
ensemble met een  
hogere frequentie.  
Elke keer wanneer u op deze toets  
drukt, verschijnt de volgende  
informatie gedurende een korte  
tijd in het bovenste gedeelte van  
de display.  
Druk op 4  
afstemmen op een  
ensemble met een  
lagere frequentie.  
Wanneer een ensemble wordt ontvangen,  
stopt het zoeken.  
Naam van de service  
Druk nogmaals op dezelfde toets wanneer u  
het zoeken wilt stoppen voordat op een  
ensemble is afgestemd.  
Naam van het ensemble  
Kanaalnummer  
4 Selecteer de service waarnaar u wilt  
luisteren.  
Frequentie  
Druk op 5 (hoger) als  
u de volgende service  
wilt selecteren.  
Zonder zoeken afstemmen op een bepaald  
ensemble:  
1 Druk op DAB (FM/AM) en houd om de  
DAB-tuner als afspeelbron te selecteren.  
2 Druk herhaaldelijk op DAB (FM/AM) om de  
gewenste DAB-band te selecteren (DAB1,  
DAB2 of DAB3).  
3 Druk op ¢  
gedurende minimaal 1 seconde ingedrukt.  
tot u  
het ensemble van uw keuze bereikt.  
• Als u de toets ingedrukt houdt, blijft de  
of 4  
en houd deze  
Druk op (lager) als u  
de vorige service wilt  
selecteren.  
4 Druk herhaaldelijk op ¢  
of 4  
frequentie veranderen tot u de toets weer  
loslaat.  
Terugkeren naar de FM/AM-tuner  
Druk nogmaals op DAB (FM/AM) en houd deze.  
43  
DAB-frequenties in het  
geheugen opslaan  
5 Druk op de cijfertoets (in dit  
voorbeeld cijfertoets 1) waaronder  
u de geselecteerde service wilt  
opslaan en houd deze toets  
gedurende minimaal 2 seconden  
ingedrukt.  
Er kunnen maximaal 6 DAB-services voor elke  
DAB-band (DAB1, DAB2 en DAB3) handmatig in  
het geheugen worden opgeslagen.  
1 Selecteer de DAB-tuner.  
Elke keer wanneer u op de  
toets drukt en houdt, wordt  
de DAB-tuner of de  
FM/AM-tuner geselecteerd.  
DAB  
FM/AM  
2 Selecteer de DAB-band (DAB1, DAB2  
of DAB3) van uw keuze.  
Elke keer wanneer u op de  
De geselecteerde band of het  
geselecteerde voorkeuzenummer en de  
vermelding “MEMO” (geheugen) verschijnt  
korte tijd beurtelings op de display.  
toets drukt, verandert u de  
DAB-band als volgt:  
D1  
(DAB 1)  
D2  
(DAB 2)  
D3  
(DAB 3)  
6
Herhaal de bovenstaande  
procedure als u nog andere DAB-  
services achter voorkeuzetoetsen  
wilt opslaan.  
3 Stem af op het ensemble van uw keuze.  
Opmerkingen:  
• Een reeds opgeslagen DAB-service verdwijnt uit  
het geheugen wanneer u aan de desbetreffende  
voorkeuzetoets een nieuwe DAB-service toekent.  
• Opgeslagen DAB-services verdwijnen uit het  
geheugen wanneer de stroomtoevoer naar het  
geheugen wordt onderbroken (bijvoorbeeld  
wanneer u de batterij vervangt). Als dit gebeurt,  
zult u de DAB-services opnieuw moeten instellen.  
4 Selecteer de service van het ensemble.  
Druk op 5 (hoger) als u  
de volgende service wilt  
selecteren.  
Afstemmen op een  
opgeslagen DAB-service  
U kunt eenvoudig op een vooraf ingestelde  
DAB-service afstemmen.  
Zoals al eerder uitgelegd, dient u eerst services  
in het geheugen vast te leggen. Zie op hier links  
als u nog geen services hebt opgeslagen.  
Druk op (lager) als u  
de vorige service wilt  
selecteren.  
1 Selecteer de DAB-tuner.  
Elke keer wanneer u op  
de toets drukt en houdt,  
wordt de DAB-tuner of de  
FM/AM-tuner geselecteerd.  
44  
DAB  
FM/AM  
Instellen van het DAB volumeniveau  
U kunt het ingangsniveau van de DAB tuner  
instellen en in het geheugen vastleggen.  
Wanneer het ingangsniveau eenmaal juist in  
overeenstemming met het FM geluidsniveau  
ingesteld is, hoeft u het volumeniveau niet  
iedere keer bij het veranderen van bron opnieuw  
in te stellen.  
2 Selecteer de DAB-band (DAB1,  
DAB2 of DAB3) van uw keuze.  
Elke keer wanneer u op de  
toets drukt, verandert u de  
DAB-band als volgt:  
D1  
D2  
(DAB 2)  
D3  
(DAB 3)  
Bij het verlaten van de fabriek is het DAB  
volumeniveau op “00” gesteld.  
(DAB 1)  
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen  
wijzigen (PSM)” op bladzijde 32 en 33.  
3 Selecteer de voorkeuzetoets (1 – 6)  
voor de DAB-service die u wilt  
beluisteren.  
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten  
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van  
de PSM-vermeldingen op de display wordt  
weergegeven.  
2 Druk op ¢  
of 4  
om de vermelding  
“DAB VOL(volume) te selecteren.  
3 Draai aan de bedieningsschijf om het  
gewenste volume te kiezen.  
U kunt het volume instellen op een waarde  
van “–12” tot “12”.  
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te  
Wat u nog meer met DAB kunt  
doen  
voltooien.  
Werken met alternatieve ontvangst  
Bij het verlaten van de fabriek zijn standaard alle  
alternatieve-ontvangstmogelijkheden ingeschakeld.  
• Zie ook de paragraaf “De algemene instellingen  
wijzigen (PSM)” op bladzijde 32 en 33.  
Hetzelfde programma automatisch volgen  
(alternatieve ontvangst)  
Het is mogelijk om naar een programma te blijven  
luisteren.  
• Terwijl u een DAB-service ontvangt:  
Als u in een streek rijdt waar u een service niet  
kunt ontvangen, zal deze eenheid automatisch  
afstemmen op een ander ensemble of een FM  
RDS-zender die hetzelfde programma uitzendt.  
• Terwijl u een FM RDS-zender ontvangt:  
Als u in een gebied rijdt waar een DAB-service  
hetzelfde programma uitzendt als een FM RDS-  
zender, stemt deze eenheid automatisch op de  
DAB-service af.  
1 Druk op SEL (selecteren) in en houd deze ten  
minste 2 seconden ingedrukt, zodat een van  
de PSM-vermeldingen op de display wordt  
weergegeven.  
2 Druk op ¢  
of 4  
om de vermelding  
“DAB AF” (alternatieve frequentie) te selecteren.  
3 Draai de bedieningsschijf de gewenste modus  
te selecteren.  
• AF ON:Het programma wordt gevolgd  
tussen het aanbod van DAB-services  
en FM RDS-zenders  
— alternatieve ontvangst. De  
indicator AF op de display licht op  
(zie bladzijde 12).  
AF OFF: Alternatieve ontvangst is  
uitgeschakeld.  
Opmerking:  
Bij het overschakelen van DAB naar FM en andersom  
kan het weergaveniveau van het volume onaangenaam  
toenemen of afnemen. Dat het geluidsniveau toeneemt  
of afneemt, heeft niets met uw ontvanger te maken,  
maar met de aansturing bij de zender. Er is dus niets  
mis met uw ontvanger.  
Opmerking:  
Als alternatieve ontvangst (voor DAB-services) is  
ingeschakeld, is automatisch ook de netwerkfunctie  
ingeschakeld (zie bladzijde 12 voor RDS-zenders).  
De netwerkfunctie kan echter niet worden  
uitgeschakeld zonder de alternatieve ontvangst uit  
te schakelen.  
Om dit te voorkomen, kunt u het DAB volumeniveau  
instellen (zie hieronder).  
4 Druk op SEL (selecteren) om het instellen te  
voltooien.  
45  
PROBLEMEN OPLOSSEN  
Een probleem hoeft niet altijd ernstig te zijn. Voordat u hulp inroept van een dienstverlenende instantie,  
moet u eerst de volgende punten controleren.  
Symptomen  
Oorzaken  
Oplossingen  
• Gelui d van de wordt soms  
onderbroken.  
U rijdt op een hobbelige weg. Stop met afspelen op hobbelige  
wegen.  
Er zitten krassen op de CD.  
Verkeerde verbindingen.  
Gebruik een andere CD.  
Controleer kabelsen  
aansluitingen.  
• Er komt geen geluid uit de  
speakers.  
Het volume is ingesteld op  
het minimale niveau.  
Pas het geluid aan totdat het  
optimale niveau is bereikt.  
Verkeerde verbindingen.  
Controleer de bedrading en de  
verbindingen.  
• CD kan niet worden  
afgespeeld.  
CD zit ondersteboven in het  
apparaat.  
Plaats de CD op de juiste  
manier in CD-lade.  
• CD-R/CD-RW kan niet  
worden afgespeeld.  
De CD-R/CD-RW is niet  
afgerond (“finalized”).  
• Plaats een afgeronde CD-R/  
CD-RW.  
• Overslaan van fragmenten  
van de CD-R/CD-RW is niet  
mogelijk.  
• Rond de CD-R/CD-RW met  
de voor opname gebruikte  
apparatuur af.  
• “NO DISC” verschijnt op het Er is geen disc geplaatst.  
display.  
Plaats een disc in de lade.  
De disc is verkeerd geplaatst. Plaats de disc juist.  
• Disc kan niet worden  
uitgeworpen.  
De disc is vergrendeld.  
Ontgrendel de disc. (Zie  
bladzijde 22).  
• Het apparaat werkt  
helemaal niet.  
Soms functioneert de  
ingebouwde microcomputer  
niet goed ten gevolge van  
lawaai, enzovoorts.  
Druk na het verwijderen van het  
bedieningspaneel met een pen  
op de terugsteltoets op de  
paneelhouder. (De in het  
geheugen vastgelegde  
instellingen voor de klok en  
voorkeurzenders worden  
gewist). (Zie bladzijde 2).  
• Automatisch instellen van  
zenders – SSM (Strong-  
station Sequential Memory)  
– functioneert niet.  
De signalen zijn te zwak.  
Leg de zenders handmatig vast.  
• U hoort ruis terwijl u naar  
de radio luistert.  
De antenne zit niet goed vast.  
Zorg dat de antenne stevig vast  
zit.  
46  
Symptomen  
Oorzaken  
Oplossingen  
Plaats een CD.  
• Op het afleesvenster  
verschijnt de tekst “NO DISC”. de CD-lad  
Er bevindt zich geen CD in  
Verbind het apparaat en de CD-  
wisselaar op de juiste manier  
met elkaar en druk op de  
• Op het afleesvenster  
Het apparaat is niet op de  
verschijnt de tekst “RESET 8”. juiste manier met de CD-  
wisselaar verbonden.  
resetknop van de CD-wisselaar.  
Druk op de resetknop van de  
CD-wisselaar.  
• Op het afleesvenster  
verschijnt de tekst  
“RESET 1” – “RESET 7”.  
• De CD kan niet worden  
afgespeeld.  
De MP3-bestanden hebben  
niet de mp3 extensie in de  
bestandsnaam.  
Voeg de extensie mp3 aan de  
bestandsnamen toe.  
De MP3-bestanden zijn niet  
opgenomen in een indeling  
Plaats een andere CD.  
(Neem de MP3-bestanden op  
die voldoet aan de ISO 9660 met een toepassing die aan  
deze normen voldoet).  
Niveau 1-, ISO 9660 Niveau  
2- of Joliet-norm.  
• Bestanden worden  
overgeslagen of 00’00”  
verschijnt en de weergave  
stopt.  
De bestanden zijn met het  
Layer 1 of Layer 2 formaat  
gecodeerd.  
Plaats een disc waarop  
bestanden zijn die met het  
Layer 3 formaat zijn gecodeerd.  
Sla het bestand over of plaats  
een andere CD.  
(Voeg nooit de extensie mp3 toe  
aan bestanden die geen MP3-  
bestanden zijn).  
• Er is ongewenst geluid  
hoorbaar.  
Het bestand dat wordt  
afgespeeld is geen MP3-  
bestand (ook al heeft het  
bestand de extensie mp3).  
De duur van de leestijd hangt  
Maak de hiërarchie niet te  
af van de complexiteit van de ingewikkeld en gebruik niet  
hiërarchie van de mappen en teveel mappen. Plaats ook geen  
• De leestijd duurt lang (de  
vermelding “CHECK”  
knippert op de display).  
bestanden op de MP3-CD die  
geen MP3-bestanden zijn.  
bestanden.  
• De bestanden worden in een De afspeelvolgorde wordt  
andere volgorde afgespeeld bepaald bij het maken van de  
dan ik wilde.  
opname.  
• De verstreken speeltijd is  
onjuist.  
Dit kan gebeuren en is  
afhankelijk van het aantal  
bestanden dat op de CD staat.  
• De vermelding “MP3”  
knippert op de display.  
Er zijn geen MP3 bestanden  
in de huidige directory.  
Kies een andere directory.  
Plaats een disc waarop MP3  
bestanden zijn.  
• “NO FILES” verschijnt even op Er zijn geen MP3 bestanden  
het display en daarna worden op deze disc.  
afwisselend “PLEASE” en  
“EJECT” getoond.  
• Er worden verkeerde tekens Dit toestel kan uitsluitend letters  
weergegeven. (Weergave  
van tags, b.v. de naam van  
het album).  
van het alfabet (hoofdletters: A–  
Z, kleine letters: a–z), cijfers en  
een bepaald aantal symbolen  
tonen.  
47  
ONDERHOUD  
Omgaan met CD’s  
Condensvorming  
In de volgende gevallen wordt er mogelijk  
condens op de lens in het toestel gevormd:  
• Nadat de verwarming in de auto is aangezet.  
• Wanneer het erg vochtig wordt in de auto.  
Het toestel werkt dan mogelijk niet juist. In dat  
geval moet u de CD uit de CD-lade halen en  
moet u het apparaat een paar uur aan laten  
staan totdat het vocht is verdampt.  
Dit toestel is ontworpen voor weergave van CD’s,  
CD-R’s, CD-RW’s en CD-Text.  
Uitsluitend voor de KD-LH7R:  
• Er kunnen geen MP3-bestanden op deze  
eenheid worden afgespeeld.  
Rondje in het midden  
De manier waarop u  
met CD’s moet omgaan  
Als u een CD-R of CD-RW afspeelt  
Het is mogelijk om uw originele CD-R’s en CD-  
RW’s met opnames in de audio-CD-indeling af te  
spelen (of in de MP3’s-indeling: uitsluitend voor  
de KD-LH7R). Afspelen is misschien niet  
mogelijk bij bepaalde, heel specifieke  
Wanneer u een CD uit  
het opbergdoosje haalt,  
moet u het rondje in het  
midden van de doos  
naar beneden duwen  
en de CD uit het doosje halen terwijl u hem aan  
de rand vasthoudt.  
• Houd de CD altijd aan de randen vast. Kom  
niet aan vlak met de opnames.  
opnamekenmerken of -omstandigheden.  
Zelfgemaakte CD-R’s (Recordable) en CD-  
RW’s (Rewritable) kunnen alleen worden  
afgespeeld als de eindbewerking “finalized”  
heeft plaatsgevonden.  
Wanneer u de CD wilt opbergen, leg deze dan  
zachtjes om het rondje in het midden (bedrukte  
vlak naar boven).  
Lees alvorens een CD-R’s of CD-RW’s af te  
spelen eerst de bij de disk meegeleverde  
instructies aandachtig door.  
Bepaalde CD-R’s en CD-RW’s kunnen  
mogelijk niet op deze eenheid worden  
afgespeeld vanwege een heel specifieke  
opnamemethode, vuil op beschadigingen op  
de disk of een vuiltje op de lens.  
• Berg de CD’s na gebruik altijd op in het doosje.  
CD’s schoonhouden  
Het geluid kan verkeerd  
worden weergegeven als  
de CD vuil is. Als een CD  
vuil wordt, moet u hem  
afvegen met een zachte  
doek door de doek in een  
rechte lijn van het midden  
naar de rand te bewegen.  
CD-R’s en CD-RW’s zijn uiterst gevoelig voor  
hoge temperaturen en luchtvochtigheid. Laat  
geen disks in uw auto achter.  
Voor CD-RW’s is soms een langere leestijd  
nodig.  
Nieuwe CD’s afspelen  
Sommige nieuwe CD’s  
hebben oneffenheden  
(Dit heeft te maken met het feit dat de  
weerkaatsing van CD-RW’s minder is dan van  
CD’s).  
langs de binnen- of  
buitenrand. Soms worden  
dergelijke CD’s door het  
apparaat geweigerd.  
U kunt deze oneffenheden  
verwijderen door de randen glad te wrijven met  
een potlood, ballpoint enz.  
LET OP:  
• Plaats geen 8 cm CD’s (CD-singles) in de CD-  
lade. (Deze CD’s kunnen niet terugspringen.)  
• Plaats geen CD’s met een ongewone vorm  
(bijvoorbeeld hartvormig) in de CD-lade; dit zal  
problemen veroorzaken.  
• Stel CD’s niet bloot aan direct zonlicht of een  
andere warmtebron en leg ze niet neer op  
plaatsen waar het zeer warm of vochtig is.  
• Gebruik geen oplosmiddelen (zoals  
reinigingsmiddelen voor gewone platen, spray,  
verdunningsmiddelen, wasbenzine, enz.) om  
CD’s te reinigen.  
Haperingen:  
De CD kan haperen wanneer u op hobbelige  
wegen rijdt. Het apparaat en de CD worden  
hierdoor niet beschadigd, maar het is wel storend.  
Wij adviseren u om het afspelen te beëindigen  
wanneer u op dergelijke wegen rijdt.  
48  
SPECIFICATIES  
GELUIDSVERSTERKER  
CD-SPELER  
Maximum uitgangsvermogen:  
Type: CD-speler  
Voorin:  
50 W per kanaal  
Signaaldetectiesysteem: Pickup-lens  
(halfgeleider-laser)  
Achterin: 50 W per kanaal  
Ononderbroken uitgangsvermogen (RMS):  
Voorin: 19 W per kanaal in 4 , 40 Hz tot  
20 000 Hz met niet meer dan  
Aantal kanalen: 2 kanalen (stereo)  
Weergavekarakteristiek: 5 Hz tot 20 000 Hz  
Dynamisch vermogen: 96 dB  
Signaal/ruisverhouding: 98 dB  
Zweving: Minder dan de meetbare limiet  
0,8% totale harmonische  
vervorming van het geluid.  
Achterin: 19 W per kanaal in 4 , 40 Hz tot  
20 000 Hz met niet meer dan  
[Voor de KD-LH7R:]  
0,8% totale harmonische  
vervorming van het geluid.  
MP3-Decodierformat: MPEG1/2 Audio Layer 3  
Max. Bit-rate: 320 Kbps  
Belastingsimpedantie: 4 (speling 4 tot 8 )  
Regelbereik tonen:  
ALGEMEEN  
Voeding:  
Bass:  
±10 dB bij 100 Hz  
±10 dB bij 10 kHz  
Treble:  
Werkspanning: Gelijkstroom 14,4 V  
(speling 11 V tot 16 V)  
Aardingssysteem: Negatieve aarding  
Bedrijfstemperatuur: 0°C tot +40°C  
Afmetingen (breedte × hoogte × diepte):  
Afmetingen apparaat  
Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 20 000 Hz  
Signaal/ruisverhouding: 70 dB  
Uitgangsvermogen/Impedantie:  
2,0 V/20 kbelasting  
Uitgangsimpedantie: 1 kΩ  
(ten behoeve van installatie):  
182 mm × 52 mm × 150 mm  
Afmetingen paneel:  
RADIO  
Frequentiebereik:  
188 mm × 58 mm × 14 mm  
Gewicht: 1,4kg (excl. accessoires)  
FM:  
AM:  
87,5 MHz tot 108,0 MHz  
(MG) 522 kHz tot 1 620 kHz  
(LG) 144 kHz tot 279 kHz  
[FM-zenders]  
Gevoeligheid bij normaal bedrijf:  
11,3 dBf (1,0 µV/75 )  
Ontwerp en specificaties kunnen zonder kennisgeving  
worden gewijzigd.  
Gevoeligheid bij 50 dB geluidsdemping:  
16,3 dBf (1,8 µV/75 )  
Selectiviteit alternatief kanaal (400 kHz):  
65 dB  
Weergavekarakteristiek: 40 Hz tot 15 000 Hz  
Stereo-scheiding: 30 dB  
Vangbereik: 1,5 dB  
[AM-zenders]  
Gevoeligheid: 20 µV  
Selectiviteit:  
35 dB  
49  
Having TROUBLE with operation?  
Please reset your unit  
Refer to page of How to reset your unit  
Haben Sie PROBLEME mit dem Betrieb?  
Bitte setzen Sie Ihr Gerät zurück  
Siehe Seite Zurücksetzen des Geräts  
Vous avez des PROBLÈMES de fonctionnement?  
Réinitialisez votre appareil  
Référez-vous à la page intitulée Comment réinitialiser votre appareil  
Hebt u PROBLEMEN met de bediening?  
Stel het apparaat terug  
Zie de pagina met de paragraaf Het apparaat terugstellen  
VICTOR COMPANY OF JAPAN, LIMITED  
EN, GE, FR, NL  
J
C
V
0102KKSMDTJEIN  

Mr Coffee TM8 User Manual
Miele CVA 3650 User Manual
KitchenAid KCM534OB0 User Manual
Emerson MLT Analyzer Module I 0021 User Manual
Emerson CKD5809 User Manual
Echo Bear Cat 74800 User Manual
Braun KF 152 User Manual
Black &amp; Decker SDC740 User Manual
Avanti SHP1703PS User Manual
Audiovox PC200 User Manual